U kunt het apparaat met de clip aan uw riem
bevestigen of aan de muur hangen met een
geschikte bevestiging.
7. Instellingen
Geluidsgevoeligheid (Babyeenheid)
Draai de schakelaar voor de microfoonge-
voeligheid (= Sensitivity) omhoog of omlaag
om de gewenste gevoeligheid in te stellen.
Wanneer u een hoge gevoeligheid instelt,
zendt de babyeenheid alle geluiden uit.
Geluidsvolume (Oudereenheid)
Draai de volumeregelaar (= Volume) omhoog
of omlaag om het geluidsniveau van de
oudereenheid te verhogen of te verlagen.
Verwijzing
Als u de volumeregelaar helemaal naar
beneden draait, wordt geen geluid meer
doorgegeven.
8. Informatie over de babyfoon
• Zet de ontvanger en de zender rechtop,
zodat een optimale overdrachtskwaliteit
wordt gewaarborgd.
• Wanneer de babyfoon met accu's/batte-
rijen wordt gebruikt, wordt elektrosmog
door elektrische en magnetische wissel-
stroomvelden beperkt.
• U kunt het bereik van de babyfoon ver-
groten door de babyeenheid bij een deur
of raam of op een hoge plaats te zetten
en te controleren of de accu's/batterijen
niet te zwak zijn.
• Andere radiogolven kunnen de overdracht
van de babyfoon mogelijk storen. Plaats
de babyfoon daarom niet in de buurt van
apparaten zoals magnetrons, WLAN-
apparatuur, enzovoort. Ook de volgende
factoren kunnen de overdracht van de
babyfoon storen of het bereik beperken:
meubelen, muren, huizen, bomen, weer-
sinvloeden (bijvoorbeeld mist of regen).
9. Accu/batterijen vervangen
De apparaten zijn voorzien van een aandui-
ding voor het energieniveau in het display.
Wanneer de accu's/batterijen te zwak zijn,
worden de apparaten automatisch uitge-
schakeld en moeten de accu's/batterijen
worden vervangen.
Verwijzing
Gebruik bij het vervangen batterijen van
hetzelfde type, hetzelfde merk en dezelfde
capaciteit. Vervang de accu's/batterijen altijd
9