Snelkalibratie
Selecteer het kalibratietype "CAL QUIK" in de meterinstelling.
• Ga naar de kalibratiemodus.
• Dompel de elektrode onder in de snelkalibratieoplossing.
• Wanneer de standaardwaarde wordt herkend en stabiliteit wordt bereikt, accepteert de meter automatisch de kalibratie.
• Gedurende 1 seconde wordt "OK" weergegeven en de tester keert terug naar de normale meetmodus.
• Als de standaard niet wordt herkend of de helling buiten het geaccepteerde bereik valt wordt "---- WRNG" weergegeven.
Vervang de kalibratieoplossing, reinig de elektrode of druk op een willekeurige toets om de kalibratie te verlaten.
• Wanneer de kalibratieprocedure is voltooid, verschijnt "CAL".
Kalibratie beëindigen en standaardwaarden opnieuw instellen
Voordat het kalibratiepunt is geaccepteerd, kunt u de procedure afsluiten en terugkeren naar de laatste kalibratiegegevens door
op MODE te drukken. Op het scherm verschijnt "---- ESC" gedurende 1 seconde en de meter keert terug naar de meetmodus.
pH meten en kalibreren
• Zorg ervoor dat de meter vóór gebruik gekalibreerd is.
• Als de elektrode droog is, laat deze weken in HI70300 bewaaroplossing gedurende 30 minuten om opnieuw te activeren.
• Dompel de elektrode in het te testen monster en roer zachtjes. Wacht tot "Stability" verdwijnt.
• Op het display wordt de pH-waarde (automatisch gecompenseerd voor temperatuur) weergegeven en daaronder de tempe-
ratuur van het monster.
• Als achtereenvolgens metingen in verschillende monsters worden uitgevoerd, spoelt u de elektrode grondig om contaminatie
te voorkomen.
Kalibratie pH
Selecteer het kalibratietype "CAL STD" in de instellingen.
• Ga naar de kalibratiemodus vanuit de pH-meetmodus.
• Plaats de sensor in de eerste kalibratiebuffer. Als u een tweepunts kalibratie uitvoert, gebruikt u eerst de buffer pH 7,01.
• De meter gaat naar de kalibratiemodus, "pH 7.01 USE" verschijnt.
Volg de aanwijzingen voor kalibratie op één of twee punten hieronder.
Eenpunts kalibratie
• Plaats de elektrode in een willekeurige buffer uit de geselecteerde bufferset. De meter herkent de bufferwaarde automatisch.
• Als de buffer niet wordt herkend of de kalibratie-offset buiten het geaccepteerde bereik valt, wordt "---- WRNG" weergege-
ven.
• Als de buffer wordt herkend, wordt "REC" weergegeven totdat de meting stabiel is en de kalibratie wordt geaccepteerd.
• Als u pH 7,01 gebruikt, drukt u na het accepteren van de buffer op een willekeurige toets om af te sluiten. Het bericht "OK
1" wordt weergegeven en de meter keert terug naar de pH-meetmodus.