1. Maaihoogtehendel
Opmerking: De maaihoogte-instellingen zijn ongeveer als
volgt: A=25 mm; B=38 mm; C=51 mm; D=64 mm; E=83
mm; F=95 mm en G=108 mm.
Hoogte van handgreep
instellen
U kunt de bovenste handgreep hoger of lager zetten in een
stand die u comfortabel vindt.
Draai aan de handgreepvergrendeling, verplaats de handgreep
naar één van de drie standen en vergrendel de handgreep
(Figuur 12).
1. Handgreepvergrendeling
Figuur 11
Figuur 12
2. Handgreepstanden
De motor starten
1. Draai de hendel van de brandstofklep naar de stand
Aan (Figuur 13).
2. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de
hendel en trek aan het startkoord (Figuur 14).
1. Bedieningsstang voor maaimes
Opmerking: Als de motor niet wil starten, moet u
contact opnemen met een erkende servicedealer.
Zelfaandrijving gebruiken
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig vooruit
met uw handen op het bovenste deel van de handgreep en
uw ellebogen naast uw lichaam; de maaimachine richt zich
automatisch naar uw loopsnelheid (Figuur 15 ).
De motor afzetten
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dage-
lijks—Controleer of de motor binnen
3 seconden stopt nadat u de bedienings-
stang van het maaimes hebt losgelaten.
10
Figuur 13
Figuur 14
Figuur 15