4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat inschakelen
u Open de deur.
u Aan/uit-toets
Fig. 2 (1) indrukken.
w Het temperatuurdisplay licht op. Bij het openen
van de deur gaat de binnenverlichting aan. Het
apparaat is ingeschakeld.
w Wanneer op het display „DEMO" wordt aange-
geven, is de demonstratiemodus geactiveerd. U
kunt contact opnemen met de Technische
Dienst.
5 Bediening
5.1 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha-
kelen.
5.1.1 Kinderbeveiliging instellen
Instelmodus activeren:
Fig. 2 (4) ca. 5 seconden indrukken.
u Toets Fast-Cool
w Op de display wordt het symbool Menu
geven.
w Op de display knippert
.
c
Moet de functie worden ingeschakeld:
u Met de toets Fast-Cool
Fig. 2 (4) kort bevestigen.
w Op het display wordt
weergegeven.
c1
u Met de toets Fast-Cool
Fig. 2 (4) kort bevestigen.
w Het symbool Kinderbeveiliging
display gaat branden.
w Op de display knippert
.
c
w De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Wanneer de functie moet worden uitgeschakeld:
Fig. 2 (4) kort bevestigen.
u Met de toets Fast-Cool
w Op het display wordt
weergegeven.
c0
Fig. 2 (4) kort bevestigen.
u Met de toets Fast-Cool
w Op het display knippert
.
c
w De functie Kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Instelmodus beëindigen:
Fig. 2 (1) kort indrukken.
u De toets On/Off
w Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
5.2 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groen-
telades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan
de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.2.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing*
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
u Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
* afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 2 (8) weerge-
Fig. 2 (9) op de
u Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
voor apparaten vanaf een hoogte van 1218 mm geldt:
u het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.2.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling 1 °C bereikt, dan wordt weer met 9 °C begonnen.
u Temperatuurfunctie oproepen: Druk de insteltoets
Fig. 2 (3) in.
"+/-"
w Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
ingestelde waarde knipperend aangegeven.
u Temperatuur in 1 °C stappen wijzigen: Druk de
Fig. 2 (3) net zo vaak in, totdat de
insteltoets "+/-"
gewenste temperatuur op het temperatuurdisplay
oplicht.
u Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets
ingedrukt houden.
w Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend
weergegeven.
w Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de
ingestelde temperatuur weer aangegeven. De temperatuur
in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instel-
ling aan.
5.2.3 Fast-Cool
Met Fast-Cool schakelt u het hoogste koelvermogen
in. Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen.
Gebruik Fast-Cool om grote hoeveelheden levens-
middelen snel af te koelen.
Wanneer Fast-Cool ingeschakeld is, draait de ventilator*. Het
apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kan het
geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Fast-Cool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met Fast-Cool koelen
Fig. 2 (4) kort indrukken.
u Toets Fast-Freeze
Fig. 2 (5) brandt op het display.
w Het symbool Fast-Cool
w De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. Fast-
Cool is ingeschakeld.
w Fast-Cool schakelt na ca. 12 uur automatisch uit. Het appa-
raat werkt in de energiebesparende normale modus verder.
Fast-Cool voortijdig uitschakelen
Fig. 2 (4) kort indrukken.
u Toets Fast-Freeze
Fig. 2 (5) op het display gaat uit.
w Het symbool Fast-Cool
w Fast-Cool is uitgeschakeld.
In gebruik nemen
5