8. Elektrische aansluiting
1.Sluit de machine aan volgens de geldende voorschriften.
2.De elektrische leidingsdraden moeten een doorsnede van 1,5 mm hebben en
afgezekerd zijn met max. 10 A. Gebruik 2,5 mm kabel voor afstanden tussen 35 en 50
meter. Zorg ervoor dat de schakelaar in de positie « OFF » staat alvorens de machine op
te starten.
3.Trek niet aan de kabel om de stekker uit het net te halen.
9. Aarding
1. Een goede aarding voorkomt ongelukken.
De machine is voorzien om op een aarding te worden aangesloten.
Zorg voor geaarde stekkerdozen.
2. Verander de meegeleverde stekker niet.
3. Onjuiste aansluiting aan de aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
De aardingsdraad heeft een gele/groene kleur. Sluit deze draad nooit op de
stroomdraden aan.
4. Mocht er enige twijfel bestaan, raadpleeg een erkende elektricien.
5. Beschadigde aansluitkabel onmiddellijk verwijderen.
6. Voor modellen van 220 Volt: de stekker is geschikt voor gebruik van beide
stekkerdozen.
7. Voor driefasige modellen van 380 Volt: de draden L1, L2, L3 van de 4-dradige leiding
moeten worden aangesloten op de overeenkomstige leidingsdraden. Fig B. Evenals de
aardingsdraad op PE. Gebruik de aangepaste stekker .
www.contimac.be
12