Home Connect
nl
Apparaat inschakelen.
1.
Op Remote Start } drukken en
2.
minstens 3 seconden ingedrukt
houden.
Op het display verschijnt
'ž£(automatisch verbinden).
Programmakiezer op positie 6
3.
draaien.
Op het display verschijnt —
˜š (Update).
Start/Pauze Ü knippert wanneer een
software-update beschikbaar is.
Start/Pauze Ü indrukken.
4.
Op het display verschijnt ¢"à (Ja).
Om te bevestigen op Start/Pauze Ü
5.
drukken.
De update wordt nu geïnstalleerd en
kan enkele minuten duren. Schakel het
apparaat tijdens de update niet uit.
Kort op Remote Start } drukken om
6.
de Home Connect instellingen te
verlaten.
38
Aanwijzing over
gegevensbescherming
Wanneer het apparaat voor de eerste
keer wordt verbonden met een Wi-Fi-
netwerk dat op het internet is
aangesloten, dan geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de
Home Connect server (eerste
registratie):
Eenduidige identificatie van het
■
apparaat (bestaande uit
apparaatsleutels en het MAC-adres
van de ingebouwde Wi-
Fi communicatiemodule).
Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
■
communicatiemodule (voor de
informatietechnische beveiliging van
de verbinding).
De actuele software- en
■
hardwareversie van uw
huishoudelijke apparaat.
Status van een eventuele eerdere
■
reset naar de fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het
gebruik van de Home Connect
functionaliteiten voorbereid. Deze
registratie dient pas te worden
uitgevoerd op het moment dat u voor
het eerst van de Home Connect
functionaliteiten gebruik wilt maken.
Houd er rekening mee dat
Aanwijzing:
de Home Connect functionaliteiten
alleen kunnen worden gebruikt in
verbinding met de Home Connect app.
Informatie over gegevensbeveiliging
kan in de Home Connect app worden
opgevraagd.