Inkeping
13.
Wanneer het beton hard is, verwijdert u de bovenste moeren en de sjabloon. Egaliseer tot slot
het bovenste oppervlak van de betonplaat.
14.
Laat het beton minstens 48 uur uitharden, zodat het zijn maximale sterkte kan bereiken.
De betonplaat is nu klaar om de CPE200 te installeren. Zie het hoofdstuk Installatie.
Een bestaand oppervlak voorbereiden
U kunt de CPE200 rechtstreeks monteren op een bestaand betonnen oppervlak, bijvoorbeeld
in een parkeergarage. Controleer of het bovenste oppervlak van het beton volkomen vlak
en waterpas is en zet het CPE200-laadstation rechtstreeks met bouten vast op het betonnen
oppervlak. Als u van plan bent het CPE200-laadstation in de toekomst te upgraden naar het
CPE250-laadstation, raadpleegt u de handleiding voor de CPE200-adapter.
De leiding wordt via het betonnen oppervlak in de achterkant van de CPE200 geleid.
Opmerking
Voor een veilige montage van de CPE200 moet het
beton minstens 200 mm dik zijn. Bij deze dikte
moeten alle montagebouten op minstens 500 mm
vanaf de voorste en achterste rand worden geplaatst
en minstens 60 cm vanaf de zijranden.
Gereedschappen en materialen voor een bestaande plaat
+
Boorhamer met spankop van 13 mm
+
20 mm x 450 mm steenboorbit voor beton
+
4 x gegalvaniseerde draadstaven M16 van 300 mm
+
4 x gegalvaniseerde zeskantmoeren M16
+
4 x gegalvaniseerde sluitringen M16
+
Verbruiksmaterialen voor elk laadstation
–
1 patroon betonreparatie- en verankeringsepoxy om de verankeringsbouten vast te zetten
in de geboorde gaten
–
Mengtuiten voor epoxylijm voor beton, met extra mengtuiten voor het geval dat er
vertragingen van meer dan drie minuten optreden bij het aanbrengen van epoxy
–
1 standaardkitpistool voor epoxy
Leidingkoppeling
De plaat voorbereiden
13