Model IO 22/I Herz. 00
INSTALLATIE
De installatie van de stuurcentrale, van de veiligheidsvoorzieningen en van
de accessoires moet gebeuren terwijl de voeding afgesloten is.
VOEDING
De stuurcentrale moet gevoed worden door een elektrische lijn van 230V -
50Hz of 120V - 60Hz al naargelang de modellen, en die beveiligd wordt met
een thermomagnetische differentieelschakelaar conform de heersende
wetten.
Sluit de voedingskabels aan op klemmen L en N van de stuurcentrale.
MOTOR
De stuurcentrale kan een asynchrone motor in wisselstroom besturen.
Sluit de kabels van de motor als volgt aan:
• Kabel voor de opening op klem C1
• Kabel voor de sluiting op klem C3
• Gemeenschappelijke kabel voor terugkeer op klem C2
• Condensor startvermogen tussen klemmen C1 en C3
KNIPPERLICHT
De stuurcentrale voorziet het gebruik van een knipperlicht bij 230V - 40W of
bij 120V - 40W uitgerust met een kaart voor intermitterende werking.
Sluit de kabels aan op klemmen D3 en D4.
SERVICELICHT
Deze uitgang verstrekt een schoon, normal geopend contact dat gedurende
circa 1 seconde sluit aan het begin van een openingsfase. Dit contact kan
gebruikt worde om de timer van een servicelicht te activeren (max.belasting:
230V - 4 A).
NOTA: indien men niet over een timer beschikt, kan menkiezen om het
servicelicht te bedienen met gebruik van kanaal 4 van ontvanger MR1:
kanaal programmeerbaar als bistabiel of timer (lees met aandacht de
instructies die bij ontvanger MR1 gevoegd zijn).
Het contact wordt verstrekt op klemmen D1 en D2.
FOTOCELLEN
De stuurcentrale verstrekt een voeding bij 24VAC voor fotocellen met
normaal gesloten contact en kant een werkingstest uitvoeren voordat de
opening van het hek begonnen wordt.
De werking van de fotocel kan twee instellingen hebben:
1. Fotocel altijd actief:
De inwerkingtreding van de fotocel tijdens de opening of de sluiting
veroorzaakt de stilstand van het hek. Bij het herstel van de fotocel zal het
hek opnieuw volledig open gaan.
2. Fotocel NIET actief bij opening:
De inwerkingtreding van de fotocel tijdens de opening wordt genegeerd.
De inwerkingtreding van de fotocel tijdens de sluiting veroorzaakt opnieuw
de volledige opening van het hek.
Onafhankelijk van de gekozen instelling zal de telling van de tijd voor de
eventuele automatische hersluiting, wanneer het hek in pauze geopend is,
pas beginnen nadat de fotocel opnieuw ingesteld is.
• Sluit de voedingskabels van de zenders van de fotocellen aan tussen
klemmen L10 (GND) en L11 (+) van de stuurcentrale.
• Sluit de voedingskabels van de ontvangers van de fotocellen aan tussen
klemmen L10 (GND) en L9 (+) van de stuurcentrale.
• Sluit de uitgang van de ontvangers van de fotocellen aan tussen
klemmen L6 en L8 van de stuurcentrale.
77
VEILIGHEIDSLIJSTEN
De stuurcentrale is uitgerust met een ingang voor het beheer van de
veiligheidslijsten. Deze ingang isin staat om de klassieke lijst met normaal
gesloten contact te beheren als ook de lijst met geleidendm rubber met
nominale weerstand 8,2 kohm.
De werking van de lijst kan twee instellingen hebben:
1. Lijst altijd actief:
De inwerkingtreding van de lijst tijdens de opening of de sluiting
veroorzaakt de omkering van de beweging om het object te bevrijden dat
de inwerkingtreding van de lijst veroorzaakt heeft. Na circa 3 seconden zal
het hek tot stilstand gekomen zijn.
2. Lijst NIET actief bij opening:
De inwerkingtreding van de lijst tijdens de opening wordt genegeerd. De
inwerkingtreding van de lijst tijdens de sluiting veroorzaakt opnieuw de
volledige opening van het hek.
Onafhankelijk van de gekozen instelling zal de eventuele volgende
automatische hersluiting geannuleerd worden.
Klassieke lijst met normaal gesloten contact:
sluit de kabels van de lijst aan tussen de klemmen L7 en L8 van de
stuurcentrale.
Om aan de vereisten van de norm EN12978 te voldoen, is het
noodzakelijk om veiligheidslijsten te installeren die uitgerust zijn met een
stuurunit die constant de correcte werking ervan controleert. Indien
stuurunits gebruikt worden die de mogelijkheid bieden om de test uit te
voeren door onderbreking van de voeding, moeten de
voedingskabels van de stuurunit aangesloten worden tussen de klemmen
L10 (GND) en L11 (+).
Lijst met geleidend rubber: sluit de kabels van de lijst aan tussen de
klemmen L7 en L8 van de stuurcentrale.
LET OP: de werkingstest op de lijsten is gereserveerd voor de
traditionele lijsten (alleen indien uitgerust met daarvoor bestemde
stuurunit). De testfunctie NIET inschakelen indien lijsten van
geleidend rubber of traditionele lijsten zonder de speciale stuurunit
voor de controle van de werking gebruikt worden.
NOTA: voor de aansluiting van optische lijsten dient men de speciale
interface te gebruiken (code 35A024) en moet de werkingtest op de lijsten
gedeactiveerd worden