Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik Van De Kachel - Janus 6-klein Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Opmerking:
Vóór de eerste ingebruikname, of na een lange pauze in het gebruik van de kachel, dient
men de staat en mate van vervuiling van het rookkanaal te controleren.
Handelingen om de kachel aan te steken:
a. De primaire en de secundaire luchttoevoer regelaars (zie Tekening 3)
in de positie van maximaal open zetten (primair: uitgetrokken, secundair: naar rechts).
b. Leg een aanmaakblokje op de bodem van de brandkamer, en steek het in brand met
bijvoorkeur een lange aansteker.
c. Stapel voldoende kleine stukken hout als een wigwam over het aanmaakblokje.
d. Doe de deur dicht.
e. Wacht nu tot het hout goed brand (de brandkamer moet vol vuur zijn!), hierna bijladen met
grotere stukken hout.
f.
De deur dicht doen.
g. Zodra ook deze grotere houtblokken volledig branden, kan de primaire lucht regelaar op
"langzame(re) verbranding" gezet worden, door de knop in te drukken tot het gewenste
verbrandingsniveau bereikt is. Een mooi rustig vlammenbeeld is een goede indicatie van
een optimale afstelling.
h. Tijdens de eerste keer stoken na installatie is het belangrijk dat tijdens het eerste uur de
deur om het kwartier geopend en dan na een poosje (ca. 1minuut) weer dicht gedaan
wordt. Dit is nodig om te voorkomen dat de keramische deurpakking aan de kachel
vastplakt voordat de hittebestendige lak helemaal uitgehard is.

8. GEBRUIK VAN DE KACHEL

Tijdens het gebruik van de kachel dient men onderstaande punten in acht te nemen:
a. Het deurtje moet tijdens het gebruik van de kachel gesloten blijven, met uitzondering van
het uitvoeren van bedieningshandelingen. Het is mogelijk om de kachel met de deur open
te stoken, maar dat gaat ten koste van het geleverde rendement. En pas dan op voor
eventueel spattende vuurdeeltjes!
b. Overtollig as pas verwijderen als het bijna over de rand komt. De verbranding verloopt
beter op een laag as. Daarom is het beter om altijd een dunne laag as op de bodem van de
brandkamer achter te laten.
c. Bij het regelen van het vermogen van de kachel met de (primaire en/of secundaire)
luchttoevoerregelaars (zie Tekening 3) is het van belang dat er geen onvolledige
verbranding ontstaat. Een onvolledige verbranding ontstaat als er te weinig verbrandings-
lucht wordt toegevoerd doordat de (primaire en/of secundaire) luchttoevoerregelaars te veel
of te vroeg worden afgesloten.
Een onvolledige verbranding kunt u signaleren door:
 een toename van rookontwikkeling in de brandkamer,
 het doven van het vuur,
 roetafzetting op het ruit.
d. Om roetafzetting op het ruit te voorkomen is het belangrijk dat de secundaire
verbrandingslucht regelaar (zie Tekening 3) tijdens gebruik van de kachel geheel geopend
is (geheel naar rechts geschoven).
e. De secundaire verbrandingslucht regelaar kan gebruikt worden voor het verlagen van het
vermogen, maar alleen als de primaire luchttoevoerregelaar al geheel gesloten is.
Stookstanden:
Hoge belasting: prim. lucht regelaar uitgetrokken, sec. lucht regelaar naar rechts
Lage belasting: prim. lucht regelaar ingeduwd, sec. lucht regelaar naar rechts, of in
middenstand (nooit helemaal naar links=gesloten!)
Waarschuwing:
Gebruik voor het stoken uitsluitend de in punt 6 van deze handleiding vermelde
brandstoffen!
JANUS installatiehandleiding 2014v5NL
Pagina 7 van 10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

9-middel12-groot691214

Inhoudsopgave