Montagevoorwaarden
5
Wanneer u de gehele woning van onthard water wilt voorzien, dient u de waterontharder direct na de watermeter aan te
sluiten.
Eisen aan opstellingsruimte van de waterontharder
De plaats van de waterontharder moet aan de volgende eisen voldoen:
- Er moet voldoende vrije ruimte beschikbaar zijn om de waterontharder te installeren, bij te vullen met zout en eventueel te
kunnen voorzien van onderhoud. Vermijd hierbij onhygiënische ruimtes.
- De ruimte waarin de waterontharder wordt geplaatst moet droog, goed geventileerd en vochtvrij zijn en een
omgevingstemperatuur hebben tussen 5 en 40 ºC.
- De waterontharder mag niet geplaatst worden naast een warmtebron of in een hete luchtstroom.
- Het te ontharden water mag niet warmer zijn dan 40 ºC.
- Er moet een rioolaansluiting beschikbaar zijn op vloerhoogte (of max. 4 meter boven vloerhoogte) om het opgeslagen kalk
te lozen. De diameter van de rioolaansluiting dient minimaal 40 millimeter te zijn.
- Er dient een vrije stroomvoorziening aanwezig te zijn.
- Aansluiten CA-terugstroombeveiliging (separaat verkrijgbaar en verplicht).
- De ondergrond waarop de waterontharder moet staan, dient vlak en waterpas te zijn, zodat de waterontharder recht kan
staan. Egaliseer de ondergrond indien nodig.
Eisen aan het installeren van de waterontharder
Bij het niet aansluiten volgens de meegeleverde handleiding vervalt de garantie.
Eisen aan de wateraansluiting van de waterontharder
De wateraansluiting van de waterontharder moet aan de volgende eisen voldoen:
- Wanneer de druk van het instromende water hoger is dan 5,5 bar moet een reduceerventiel worden geplaatst om
de druk te verlagen.
Een te hoge druk van het instromende water kan schade veroorzaken aan de waterontharder.
- Het te ontharden water moet van Nederlandse drinkwaterkwaliteit zijn.
Het toevoeren van onvoldoende schoon water kan schade veroorzaken aan de waterontharder.
Eisen aan de elektrische aansluiting van de waterontharder
De elektrische aansluiting van de waterontharder moet aan de volgende eisen voldoen:
- De wandcontactdoos waarop de waterontharder wordt aangesloten dient een voedingsspanning te hebben van 230 Volt
wisselspanning.
- De wandcontactdoos dient beveiligd te zijn met een zekering of een installatieautomaat van maximaal 16 Ampère.
- De waterontharder mag alleen gevoed worden met de meegeleverde adapter.
Het aansluiten van de waterontharder op een andere adapter kan ernstige schade aan de waterontharder
veroorzaken.
8