AANPASSING
De voet moet aan de patiënt worden aange-
past voor een zo groot mogelijk comfort. Houd
rekening met de volgende instructies om een
goede pasvorm te verzekeren.
Dynamische aanpassing
Plaats de voet zo dat de loodlijn van sagitaal
gezien door het achterste derde deel van de voet
loopt. Plaats de voet zo dat het midden van de
knie en het midden van de piramide, frontaal
gezien, in lijn staan tussen de eerste en tweede
teen.
Xtend Foot is flexibel op oneffen oppervlak-
ken en hoeft niet te worden aangepast voor
verschillende oppervlakken. Dit wordt door de
constructie van de voet zelf opgevangen.
Statische aanpassing
De voetprothese is ontworpen voor een hiel
van 10 mm hoog. De voetprothese moet in de
cosmetische overtrek worden geplaatst wanneer
deze op de patiënt wordt getest. De prothese kan
in een schoen worden gedragen of er kan ander-
zijds een sleehak worden gebruikt om de hoogte
juist aan te passen. Bevestig de voetprothese en
draai de inbusschroeven op moment (15 Nm) vast
nadat er Loctite is aangebracht op de inbus-
schroeven.
VASTZETTEN EN LAATSTE AANPASSING
De vier stelschroeven voor de buisvormige ko-
keradapter moeten gelijkmatig worden aange-
spannen met een nominaal koppel van 15 Nm.
Zodra ze in de juiste positie zitten, moeten de
tapuiteinden met Loctite 275 worden geborgd.
XTEND FOOT H100 – 5