BLENDER BEDIENING
Om de blender te bedienen gaat u als volgt te werk
1. Was de kan, inclusief deksel, voor het eerste gebruik.
2. Plaats de blender op een droge, schone en vlakke ondergrond en zorg dat hij is
uitgeschakeld.
3. Plaats de container op de basis van de blender. Controleer of de container er correct
op is geplaatst.
4. Steek de stekker van de blender in een stopcontact
5. Plaats de ingrediënten in de container van de blender.
6. Plaats de deksel en dop stevig op de container.
7. Stel de gewenste snelheid in door de schakelaar naar hoog of laag te draaien.
8. De puls-functie kan ook worden gebruikt door middel van de puls-schakelaar.
PROFESSIONELE BLENDER TIPS
Om de blender te bedienen, gaat u als volgt te werk
1. Hete vloeistoffen verwerken
•
Bedek altijd de deksel en dop voordat u hete vloeistoffen gaat verwerken.
•
Gebruik de dop om vloeistoffen toe te voegen aan de container terwijl het
apparaat is ingeschakeld.
•
Ga nooit met uw gezicht direct boven de container hangen wanneer u
ingrediënten door de dop heen gooit.
2. IJsmengsels mixen
• Stappen voor het mengen van ijs:
—
—
—
—
—
6
Vloeistoffen toevoegen, vervolgens het ijs.
Plaats de deksel op de container.
Zet op de gewenste snelheid.
Stukjes bevroren fruit kunnen toegevoegd worden aan de melk of
vruchtensap, om zo een sorbet of vruchtensap te produceren.
Gebruik de dop om vloeistoffen toe te voegen aan de container terwijl
het apparaat is ingeschakeld.