6. RICHTLIJNEN VOOR HET AANSLUITEN VAN DE STROOMVOORZIENING
• Before Controleer voordat u de stroomvoorziening aansluit of de ventilatormotor en de S-C-regeling correct
is aangesloten. Deze aansluitingen moeten worden gemaakt in overeenstemming met de technische
documentatie.
• Controleer voordat u de stroomvoorziening aansluit of de spanning van de netvoeding overeenkomt met
de werkspanning op het typeplaatje op de unit.
• Het is niet toegestaan om de unit op te starten zonder dat de aarding aangesloten is.
7. RICHTLIJNEN VOOR HET AANSLUITEN VAN LEIDINGEN
• De aansluiting moet zodanig worden gemaakt dat daardoor nergens mechanische spanning ontstaat.
• Het verdient aanbeveling om ontluchtingspunten te monteren op het hoogste punt in het systeem.
• Het systeem moet zodanig worden gemonteerd dat bij een storing de unit kan worden gedemonteerd.
• Het is daarom verstandig om waterzijdige afsluiters vlakbij de unit te monteren.
• Het systeem met het verwarmingsmedium moet zodanig worden beveiligd dat de druk van het
verwarmingsmedium niet hoger dan 1,6 MPa (16 Bar) kan worden.
•Houd bij het vastschroeven van de leiding op de warmtewisselaar de aansluiting op de warmtewisselaar
met een montagesleutel vast.
8. GEBRUIK
• De unit is ontworpen voor gebruik binnen gebouwen, bij temperaturen boven 0
(onder 0°C) zou het verwarmingsmedium kunnen bevriezen.
De fabrikant aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade aan de warmtewisselaar als
gevolg van bevriezing van het medium in de warmtewisselaar.
Het is niet toegestaan om objecten op het verwarmingselement te plaatsen of objecten aan de aansluitingen
op te hangen.
• De unit moet regelmatig worden geïnspecteerd op juiste werking. Schakel de unit onmiddellijk uit, wanneer
deze niet correct werkt.
• Het is niet toegestaan om een beschadigde unit te gebruiken. De fabrikant aanvaardt geen enkele
verantwoordelijkheid voor schade als gevolg van het gebruik van een beschadigde unit.
• Wees voorzichtig bij het reinigen van de warmtewisselaar, om te voorkomen dat de aluminium lamellen
beschadigen.
• Onderbreek altijd eerst de stroomvoorziening voordat u de unit gaat inspecteren of reinigen.
• Wanneer gedurende een langere periode het gebruikte luchtgordijn ter opslag wordt bewaard, moeten de buizen
van de warmtewisselaar worden afgetapt en met perslucht doorgespoten. Denk hierbij aan tijdelijke demontage
van het luchtgordijn.
.
18
52128_MT-DTR-S-INDUSTRY-EN-NL-FR-PL-V1.3-DRUK.docx
C. Bij lage temperaturen
o