Na gebruik
Veiligheid na gebruik
Algemene veiligheid
•
Verwijder gras en vuil van de machine om brand te
voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een
afgesloten ruimte opslaat.
•
Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij een
open vlam, vonk of waakvlam bij bijv. een geiser of
andere apparaten.
De machine veilig vervoeren
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden
van de machine op een aanhanger of een vrachtwagen.
Zorg ervoor dat de hoek tussen de oprijplaat en de
aanhanger of vrachtwagen niet groter is dan 15 graden.
•
Zet de machine goed vast met spanbanden, kettingen,
kabels of touwen. Zowel de voorste als de achterste
spanband moet naar beneden en naar de buitenkant van
de machine lopen.
De onderkant van de machine
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
WAARSCHUWING
Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt aan
de onderkant van de maaimachine.
• Draag oogbescherming.
• Blijf in de bedieningspositie (achter de
handgreep) staan als de motor loopt.
• Houd omstanders uit de buurt.
Om de beste resultaten te verkrijgen, dient u de machine te
reinigen zodra u klaar bent met maaien.
1. Plaats de maaimachine op een vlakke en verharde
ondergrond.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Zet de machine in de laagste maaistand; zie
instellen (bladz.
10).
4. Reinig het gebied onder de afvoergeleider aan de
achterzijde waar het maaisel vanuit de behuizing naar
de grasvanger gaat.
Opmerking: Reinig het gebied met de hendel
helemaal naar voren en helemaal naar achteren.
5. Bevestig een tuinslang die aangesloten is op een kraan
aan de wasaansluiting
1. Wasaansluiting
6. Draai de kraan open.
7. Start de motor en laat deze lopen totdat er geen maaisel
meer onder de machine vandaan komt.
8. Zet de motor af.
9. Draai de kraan dicht en maak de tuinslang los van de
maaimachine.
10. Start de motor en laat deze een paar minuten lopen om
de onderzijde van de machine te drogen zodat deze
niet gaat roesten.
11. Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een
afgesloten ruimte opslaat.
Handgreep inklappen
WAARSCHUWING
Als de handgreep verkeerd wordt in- en uitgeklapt,
kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de
machine niet veilig kan worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als
u de handgreep in- of uitklapt.
• Indien een kabel is beschadigd, moet u contact
opnemen met een erkende Service Dealer.
1. Verwijder en bewaar de 2 handgreepknoppen en 2
slotbouten van de handgreepbeugels
Belangrijk: Leid de kabels naar de buitenzijde
Maaihoogte
van de handgreepknoppen terwijl u de handgreep
beweegt.
15
(Figuur
25).
Figuur 25
(Figuur
26).