Bedieningshandleiding
Veiligheidsdeurgreepschakelaar
3.5 Afstelling
De LED van de BNS-B20 varianten kan uitsluitend als grove instelhulp
gebruikt worden. Aansluitend moet de correcte werking van de
beide veiligheidskanalen met de aangesloten veiligheidsmodule
gecontroleerd worden.
Aanbevolen afstelling
Veiligheidssensor en bediensleutel op een afstand
van 0,5 x s
uitlijnen.
ao
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Neem de opgegeven aderkleuren of pinconfiguraties in acht voor het
aansluiten van de veiligheidssensoren.
4.2 Contactvarianten
De contactpositie toont de sensor in bediende toestand bij gesloten
veiligheidsdeur. Bij veiligheidssensoren met LED brandt de LED als de
veiligheidsdeur gesloten is.
Veiligheidscontacten:
S21-S22 en S11-S12 of S13-S14
Signaalcontact:
S31-S32
De pinconfiguratie van de versies met geïntegreerde stekker wordt
tussen haakjes weergegeven; aanduiding van de aderkleuren voor de
versie met kabel.
BNS-B20-11Z
(3)
BK S13
S14 BU
(4)
(1)
WH S21
S22 BN
(2)
BNS-B20-12Z
(3)
GY S13
S14 PK
(4)
(1)
GN S21
S22 YE
(2)
(5)
WH S31
S32 BN
(6)
BNS-B20-02Z
(3)
BK S11
S12 BU
(4)
(1)
WH S21
S22 BN
(2)
4.3 Aansluiting
De BNS-B20-12z(G) kan naar keuze aan veiligheidsmodules met
NO-/NG-ingangen of aan veiligheidsmodules met twee NG-ingangen
gebruikt worden. Afhankelijk van het type van de veiligheidsmodule
moeten de sensoren volgens de beschrijving hieronder aangesloten
worden. Afhankelijk van de gekozen veiligheidsrelevante contacten is
nog een bijkomend NG- of NO-contact beschikbaar voor signaliserings-
doeleinden. Bij veiligheidssensoren met LED bevindt deze zich in het
pad S21 – S22 en brandt zij als de veiligheidsdeur gesloten is.
BNS-B20-11ZG
(3)
BK S13
S14 BU
(4)
(1)
WH S21
S22 BN
(2)
BNS-B20-12ZG
(3)
GY S13
S14 PK
(4)
(1)
GN S21
S22 YE
(2)
(5)
WH S31
S32 BN
(6)
BNS-B20-02ZG
(3)
BK S11
S12 BU
(4)
(1)
WH S21
S22 BN
(2)
Aansluiting aan veiligheidsmodules met NO/NG ingang
Maakcontact:
S13 – S14
Verbreekcontact: S21 – S22
Verbreekcontact: S31 – S32
Aansluiting aan veiligheidsmodules met NG/NG ingang
Verbreekcontact: S21 – S22
Verbreekcontact: S31 – S32
Maakcontact:
S13 – S14
Afhankelijk van de aansluitwijze van de veiligheidssensor wordt op
die manier de codering veiliggesteld. Apparaten die een hoge in- en
uitschakelpuls hebben moeten van een geschikte schakeling voorzien
worden.
Meer informatie voor het kiezen van geschikte veiligheids-
modules vindt u in de Schmersal catalogi of in de online
catalogus: www.schmersal.net.
Technisch gezien is het mogelijk meerdere
veiligheidsdeurgreepschakelaars BNS- B20 aan een AES
veiligheidsmodule aan te sluiten. Voor het aansluiten van meerdere
veiligheidssensoren (controleren of dit toegelaten is!) worden de
maakcontacten parallel en de verbreekcontacten in serie geschakeld.
Om tot 4 veiligheidssensoren als NG/NO of NG/NG versie aan te
sluiten, kan de ingangsuitbreidingsmodule Protect-IE-11 of -02 of
PROTECT-PE-11 (-AN) of -02 gebruikt worden.
BNS-B20 veiligheidssensoren met LED moeten, uitgezonderd de
ingangsuitbreidingsmodule Protect-IE, niet in serie geschakeld
worden. De lichtsterkte neemt hierdoor sterk af en de spanning kan
onder de minimum ingangsspanning van de eraan geschakelde
veiligheidsmodule vallen.
4.4 Aansluitstekker
Geïntegreerde stekker
M12, 8-polig
5
8
NL
BNS-B20
aan de NO ingang van de
veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S13 - S14)
aan de NG ingang van de
veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S21 - S22)
kan als signaalcontact
gebruikt worden
aan de 1ste NG ingang van de
veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S21 - S22)
aan de 2ste NG ingang van de
veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S11 - S12)
kan als signaalcontact
gebruikt worden
M12, 4-polig
4
3
2
1
5