Onderhoud
7
De armatuur bevat geen onderdelen die onderhoud vergen. Alleen het com-
plete apparaat mag worden vervangen.
7.1 Reiniging
LET OP!
Beschadiging van het apparaat door verkeerde onderhoudsmiddelen!
¾ Gebruik een pluisvrije droge doek of een pluisvrije doek die iets vochtig
is gemaakt met water.
7.2 Storingen verhelpen
Storing
Probleemoploss-
ing
Verlichting is uit.
Verlichting wordt bij
duisternis uitgescha-
keld, ondanks dat
personen aanwezig
zijn.
Verlichting wordt niet
uitgeschakeld of ver-
lichting gaat vanzelf
aan bij afwezigheid.
Toets werkt niet.
Verlichting wordt in
de initialisatiefase in-
en uitgeschakeld.
Melder reageert niet.
Onderhoud
Oorzaak/oplossing
• Omgevingslicht ligt boven de vooraf inge-
• Verlichting is handmatig uitgeschakeld.
• Er is een te korte nalooptijd ingesteld.
• Omgevingslicht ligt boven de vooraf inge-
• Verlichting is handmatig uitgeschakeld.
• De nalooptijd is nog niet verstreken.
• Onbedoelde schakeling door dieren of
• Het apparaat bevindt zich nog in de initia-
• Toets is zonder fasedraad enkelpolig aan-
• Schakelaar is niet op S-klem aangesloten.
• Er valt te veel kunstlicht op de melder.
• Netspanning controleren.
stelde schakelwaarde schemerschakelaar.
stelde schakelwaarde schemerschakelaar.
andere omgevingsinvloeden, zoals bewe-
gende bladeren in het detectiebereik.
lisatiefase.
gesloten.
NL
30 / 32