KNX
25 511 03
Stand: Mai-09 3
Bedieningshandleiding
Analoog uitgangsmoduul 4-kanaals
1. Veiligheidsinstructies
•
Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend
door een landelijk erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd!
Daarbij de geldende ongevallenpreventievoorschriften naleven.
•
Bij veronachtzaming van de installatie-instructies kunnen brand
of andere gevaren optreden.
•
Sluit geen elektronische voorschakelapparaten of elektronische
trafo's met 1-10 V-stuuringang aan op de uitgangen!
•
Sluit geen externe spanningen op de uitgangen aan.
Aangesloten componenten moeten veilig van andere spanningen
zijn gescheiden.
•
Verbind de klemmen GND niet met de gelijknamige klemmen van
de KNX/EIB-toestel (gevaar voor vernieling!).
2. Functie
•
Het analoge uitgangsmoduul breidt een analoge KNX/EIB
uitgang 4-kanaals uit met vier analoge uitgangen, die
softwaremati geparametriseerd kunnen worden.
•
Ontvangen data worden in de uitgangssignalen 0...1 V DC, 0...10
V DC, 0...20 mA DC of 4...20 mA DC omgezet.
•
Via deze analoge uitgangssignalen zijn de actors van het
verwarmings-, airco- en ventilatiesysteem in staat, hun
uitgangswaarden op basis van businformatie aan te passen en
aan regelprocessen deel te nemen.
•
De uitgangswaarden kunnen gedwongen aangestuurd worden.
•
Evaluatie van de moduledata en verwerking van de gedwongen
aansturing geschieden ob de analoge KNX/EIB-uitgang.
•
Aansluiting van het analoge uitgangsmoduul op het
KNX/EIBtoestel geschiedt via een bijgeleverde systeemstekker.
•
Niet benodigde uitgangen kunnen worden afgeschakeld.
•
Spanningsuitgangen worden op kortsluiting bewaakt.
Analoog uitgangsmoduul 4-kanaals
Art.nr.: 2204.01 REGAM