Code
Toelichting
0 Y
2 7 6 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een te hoge tempe-
ratuur.
0 Y
2 8 5 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een te hoge tempe-
ratuur.
2 E
2 0 7 De bedrijfsdruk is te laag. • Bedrijfsdruk controle-
2 F
2 6 0 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
2 F
3 4 5 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
2 L
2 6 6 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
2 P
2 1 2 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
2 P
3 4 1 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
Tabel 9 Bedrijfs- en storingscodes
Logamax plus GB162-15/25/35/45 V3 – 6 720 807 881 (2013/03)
Maatregel
• Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
ren. Indien nodig bijvul-
len.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
Bedrijfs- en storingsmeldingen
Code
Toelichting
2 U
2 1 3 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een afwijkende
temperatuur.
4 C
2 2 4 De temperatuursensoren
in de condensatieketel
meten een te hoge tempe-
ratuur.
6 A
2 2 7 De brander ontsteekt
niet.
7 C
2 3 1 Tijdens een storing is een
korte spanningsonder-
breking opgetreden.
H 0 7
De bedrijfsdruk is te laag. • Bedrijfsdruk controle-
r E
De condensatieketel
wordt gereset.
Tabel 9 Bedrijfs- en storingscodes
Geen displaycode, maar er is wel een storing aanwezig.
Het is mogelijk dat er geen displaycode wordt weergegeven, ondanks
dat de condensatieketel niet werkt zoals verwacht. Controleer a.u.b. het
volgende:
▶ De CV-installatie wordt niet verwarmd.
– In het menu "Normaal bedrijf" controleren, of een storingscode
wordt getoond en proberen, deze op te heffen.
– Stand van de aanvoertemperatuurregelaar controleren.
– Aan de hand van de gebruiksaanwijzing de instellingen van de ka-
merthermostaat controleren.
▶ Warm water blijft koud.
– In het menu "Normaal bedrijf" controleren, of een storingscode
wordt getoond en proberen, deze op te heffen.
– In het menu "Instellingen" controleren, of de warmwaterfunctie is
ingeschakeld, [c/\/1|.
– Stand van de warmwatertemperatuurregelaar controleren.
– Aan de hand van de gebruiksaanwijzing de instellingen van de
kamerthermostaat controleren.
Is de storing niet verholpen? Neem contact op met uw installateur en
geef het keteltype en de storingscode door.
Geen displaycode, maar er is wel een storing aanwezig.
Het is mogelijk, dat er geen displaycode wordt weergegeven, ondanks
dat de condensatieketel niet werkt zoals verwacht.
Controleer a.u.b. het volgende:
▶ Warmwater blijft koud.
– In het menu "Normaal bedrijf" controleren, of een storingscode
wordt getoond en proberen, deze storing op te heffen.
– In het menu "instellingen "controleren, of de warmwaterfunctie is
ingeschakeld, [c/\/1|.
– Stand van de warmwatertemperatuurregelaar controleren.
– Aan de hand van de gebruiksaanwijzing de instellingen van de
kamerthermostaat controleren.
7
Maatregel
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Bedrijfsdruk controle-
ren. Indien nodig bijvul-
len.
• Controleer, of voldoende
radiatoren zijn geopend.
• Radiatoren en CV-instal-
latie ontluchten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Controleer of de gas-
kraan is geopend.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
• Condensatieketel op-
nieuw starten.
ren. Indien nodig bijvul-
len.
11