6
Inbedrijfstelling
6.1
Algemeen
6.2
Inbedrijfstelling van watersysteem
Afb.9
Montageframe H
2
3
1
6.3
De verschildrukregelaar instellen
7744666 - v.02 - 12042022
4
5
6
AD-3001650-01
Opgelet
Begin pas met de inbedrijfstelling nadat een erkend installateur
het systeem geïnstalleerd en gecontroleerd heeft.
Opgelet
Vóór de inbedrijfstelling moet het sanitair-warmwatersysteem
gespoeld worden en het distributienetwerk gespoeld en ontlucht
worden.
1. Stel het distributienetwerk in bedrijf.
1.1. Sluit alle afsluiters (zet de hendel horizontaal) aan de
onderkant van het montageframe.
1.2. Open langzaam de inlaatklep van het distributienetwerk (2) op
het montageframe.
1.3. Open langzaam de uitlaatklep van het distributienetwerk (1) op
het montageframe.
1.4. Controleer de afsluiters op lekken.
1.5. Steek de stekker in een geaarde contactdoos.
2. Stel de CV-installatie in bedrijf.
2.1. Controleer of alle radiatorkranen gesloten zijn.
2.2. Open langzaam de inlaatklep van de CV-installatie (5) op het
montageframe.
2.3. Open langzaam de uitlaatklep van de CV-installatie (6) op het
montageframe.
2.4. Controleer de afsluiters op lekken.
2.5. Verhoog de temperatuur tot boven de kamertemperatuur als er
een kamerthermostaat aanwezig is.
2.6. Open de radiatorkranen en ontlucht de CV-installatie.
2.7. Controleer of de CV-installatie de juiste temperatuur bereikt.
3. Stel het sanitair-warmwatersysteem in bedrijf.
3.1. Controleer of alle warmwaterkranen gesloten zijn.
3.2. Open de afsluiter voor de koudwatertoevoer (3) aan de
onderkant van het montageframe.
3.3. Controleer de afsluiters op lekken.
3.4. Open een warmwaterkraan en houd deze open tot alle lucht uit
het systeem is.
3.5. Controleer de temperatuur van het tapwater.
3.6. Sluit de warmwaterkraan.
Standaard staat de verschildrukregelaar ingesteld op 10 kPa bij 600 l/u.
Deze waarde moet aangepast worden aan de installatie. De verschildruk
moet aangepast worden met een 4mm-inbussleutel. Voer de volgende
stappen uit om de verschildrukregelaar in te stellen:
6 Inbedrijfstelling
13