Storingen
Droogduur verlengd.
Droogprogramma start
niet.
Kreukvorming.
Het droogresultaat is niet
naar tevredenheid (was-
goed is niet droog
genoeg).
Wanneer u een storing niet zelf kunt verhelpen (na het uit- en weer aanzetten van het apparaat) of wanneer
een reparatie nodig is:
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
■
Draai de kraan dicht en neem contact op met de servicedienst.
■
Oorzaak/Oplossing
Draai het Û Trommel reinigen — (koud) programma voor het verwijde-
■
ren van pluizen die zich hebben verzameld in de wastrommel tijdens de
droogfase.
Wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan 30 °C, dan kan dit de
■
droogtijd verlengen.
Onvoldoende luchtcirculatie in de ruimte kan de droogtijd verlengen. Venti-
■
leer de ruimte.
Drogen extra programma-instelling niet geselecteerd?
■
Deur niet goed gesloten?
■
Kreukvorming treedt op wanneer u de maximale belasting heeft overschre-
■
den of het verkeerde programma heeft gekozen voor het soort stof. Al de
benodigde informatie is te vinden in de programma-overzichtstabel.
Verwijder kleding direct na het drogen; kreukvorming kan optreden wan-
■
neer kleding in de trommel wordt gelaten.
Na het einde van het programma voelt warm wasgoed vochtiger dan het
■
daadwerkelijk is.Spreid het wasgoed uit en laat de warmte ontsnappen.
Buitensporig hoge omgevingstemperatuur (boven de 30 °C) of onvol-
■
doende ventilatie in de ruimte waar de was-droogcombinatie zich bevindt.
Het wasgoed is voor het drogen onvoldoende gecentrifugeerd. Kies altijd
■
het hoogst mogelijke centrifugetoerental voor het betreffende waspro-
gramma.
Was-droogcombinatie overbeladen: houd u aan de aanbevelingen voor de
■
maximale hoeveelheid wasgoed in de programmatabel en op het bela-
dingsdisplay. Doe niet teveel wasgoed in de was-droogcombinatie, want de
maximale belading voor het drogen is kleiner dan die voor het wassen.
Maak de was-droogcombinatie na het wassen met een maximale hoeveel-
heid wasgoed leeg en verdeel het wasgoed over twee droogbeurten.
De voedingsspanning is te laag (minder dan 200 V) – zorg voor een
■
geschikte voedingsspanning.
De waterdruk is laag. Overeenkomstig het watercondensatieprincipe, zal
■
een lage waterdruk er toe leiden dat verdampte stoom niet goed en volle-
dig condenseert.
De waterkraan is gesloten tijdens het drogen. Vanwege het toepassen van
■
de watercondensatietechniek bij het drogen, a.u.b. de aangesloten water-
kraan open houden tijdens het droogproces, anders kan een correcte dro-
ging niet worden gegarandeerd.
Dik textiel, bestaande uit meerdere lagen of voorzien van een dikke vulling,
■
droogt wel gemakkelijk aan het oppervlak, maar niet aan de binnenkant.
Hierdoor kan het drogen meer tijd in beslag nemen. Selecteer voor deze
textielsoorten de droogmodus ¾ (Kastdroog+) of selecteer o MyTime
met Dry.
Storingen en hoe deze te verhelpen
nl
55