LINC-CUT
S 1020w-1530w
®
De lijst ITEM LIST wordt geopend met de NEST
LAYOUT (schikking van de nesting).
Om stukken toe te voegen gaat u naar de werkbalk
aan de rechterkant en drukt u op PARTS (stukken). U
kunt de lijst met stukken dan openen.
Selecteer IMPORT CAD DRAWINGS voor de DXF/
DWG-bestanden. Dit opent de PART SELECTOR
(stukselecteerder).
Pas het traject van het instrument toe:
Bovenaan het scherm vindt u FILE TYPE
(bestandstype), SOURCE en DESTINATION.
File Type (bestandstype): wisselt tussen de
bestanden van het type DXF en DWG.
Source: plaats van de bron van het bestand (dat wil
zeggen, flashlezer, werkdossier)
Destination: plaats waar de uitgangsbestanden
zullen worden geregistreerd. Het standaard VMD-
dossier bevindt zich in C: \ ControllerData \ Jobs
De twee aan te vinken vakjes VERIFY en
ARTWORK: VERIFY toont de stukken om de
lagen en andere details op de individuele stukken te
onderzoeken. ARTWORK verandert de parcours van
het instrument naar instrumentparcours ONLINE en
ontwijkt de gutsinstellingen.
Aan de rechterkant vindt u de taakeigenschappen
JOB PROPERTIES die op uw stukken kunnen
worden toegepast.
De importeigenschappen (IMPORTING
PROPERTIES) omvatten de basisveranderingen van
de POST en de import van het bestand.
De eigenschappen van het instrument (TOOLING
PROPERTIES) omvatten de configuratie van
het traject van het instrument voor de bepaling
van de volgorde, de correctie van de snijlijn en
de kabelingangen. Wijzig deze parameters als u
bijzondere ingangen of diameters van snijlijnen nodig
hebt.
De laagkaart (LAYER MAP) scheidt de lagen in het
project. Selecteer het overeenkomstige proces voor
de lagen PLASMA, PLASMA MARKING en IGNORE.
38