• Laatste ontlading: De accubewaker houdt de ontlading bij tijdens de huidige cyclus en geeft de grootste waarde weer die
geregistreerd is voor de verbruikte Ah sinds de laatste synchronisatie.
• Gemiddelde ontlading: De totaal getrokken Ah gedeeld door het totale aantal cycli.
• Totaal getrokken Ah: Het totale aantal ampère-uren getrokken uit de accu gedurende de levensduur van de accubewaker.
Energie in kWh
• Ontladen energie: Dit is de totale hoeveelheid energie die uit de accu is getrokken, uitgedrukt in kWh.
• Geladen energie: De totale hoeveelheid energie die door de accu wordt opgenomen, uitgedrukt in kWh.
Lading
• Totaal aantal laadcycli: Het aantal laadcycli gedurende de levensduur van de accubewaker. Elke keer dat de laadstatus onder
65% en dan boven 90% is, wordt er een laadcyclus geteld.
• Tijd sinds laatste volledige lading: Het aantal dagen sinds de laatste keer dat de accu volledig was opgeladen.
• Synchronisaties: Het aantal automatische synchronisaties. Telkens wanneer de laadstatus onder de 90% daalt voordat er een
synchronisatie plaatsvindt, wordt er een synchronisatie geteld.
• Aantal volledige ontladingen: Het aantal volledige ontladingen. Een volledige ontlading wordt geteld wanneer de laadstatus
0% heeft bereikt.
Accuspanning
• Minimale accuspanning: De laagste accuspanning.
• Maximale accuspanning: De hoogste accuspanning.
• Minimale startaccu-spanning: De laagste extra accuspanning (indien van toepassing).
• Maximale startaccu-spanning: De hoogste extra accuspanning (indien van toepassing).
Spanning alarmmeldingen
• Alarmmeldingen lage spanning: Het aantal alarmmeldingen bij lage spanning.
• Alarmmeldingen hoge spanning: Het aantal alarmmeldingen bij hoge spanning.
5.6. Alarmmeldingen
De accubewaker kan een alarm afgeven in de volgende situaties:
• Lage laadstatus accu (SoC).
• Lage accuspanning.
• Hoge accuspanning.
• Lage en hoge spanning startaccu (als de AUX-ingang ingesteld is op "Startaccu").
• Middelpuntspanning (wanneer de AUX-ingang ingesteld werd op "Middelpunt").
• Hoge en lage accutemperatuur (wanneer de AUX-ingang ingesteld werd op "Temperatuur").
Het alarm gaat af wanneer de waarde een ingestelde drempelwaarde bereikt en het alarm stopt wanneer de waarde weer binnen
de norm ligt. De drempels zijn instelbaar. Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk
Het alarm is een software-alarm
Wanneer verbinding wordt gemaakt met de VictronConnect-app en er een alarm actief is, wordt de alarmmelding weergegeven
in de app. Of, wanneer de accubewaker verbonden is met een GX-apparaat kan een alarmmelding weergegeven worden op het
GX-apparaat of op het VRM-portaal.
In het geval van de VictronConnect-app wordt een alarm bevestigd wanneer een knop wordt ingedrukt. En op een GX-apparaat
wordt een alarm bevestigd wanneer het bekeken wordt in meldingen. Het alarmpictogram wordt weergegeven zolang de
alarmtoestand blijft bestaan.
Houd er rekening mee dat de SmartShunt, in tegenstelling tot het bereik van de BMV-accubewaker, geen alarmrelais of zoemer
heeft. Wanneer een relais-functie nodig is, verbind de SmartShunt met een GX-apparaat en gebruik het relais in het GX-apparaat
voor de alarmfunctionaliteit van de accubewaker.
Pagina 16
Handleiding - SmartShunt
Alarminstellingen
[25].
Bediening