Gebruik van een zendontvanger
Om met andere zendontvangers te kunnen communiceren, moeten deze allemaal op
hetzelfde kanaal ingesteld zijn en zich binnen het ontvangstbereik bevinden (tot max. 9 km
buiten).
Aangezien deze toestellen vrij toegankelijke frequentiebanden gebruiken (kanalen), delen
alle werkende toestellen dezelfde kanalen (8 kanalen in totaal). Privacy is daarom niet
gegarandeerd. Iedereen, die een zendontvanger heeft die op uw kanaal is afgestemd, kan
het gesprek afluisteren. Druk op de PTT-toets als u wilt communiceren (een spraaksignaal
uitzenden).
Zodra deze toets ingedrukt wordt, schakelt het toestel in de zendmode en u kunt u in de
microfoon spreken. Alle zendontvangers binnen het uitzendbereik, die op hetzelfde kanaal
ingesteld zijn en in de standby-mode (niet zenden) staan, kunnen uw bericht horen. U moet
wachten totdat uw gesprekspartner stopt met zenden voordat u kunt antwoorden. Aan het
eind van elke uitzending hoort u een pieptoon. U hoeft enkel de PTT-toets in te drukken en in
de microfoon te spreken om te antwoorden.
De reikwijdte van de zendgolven wordt door obstakels, zoals gebouwen, betonnen of
metalen structuren, oneffenheden in de landschap, bossen, beplanting enz. beïnvloed.
Dit betekent, dat de reikwijdte tussen 2 of meer PMR-toestellen in sommige extreme
gevallen op tientallen meters beperkt kan zijn. U zult gauw opmerken dat een PMR het
beste werkt wanneer zich tussen de gebruikers zo min mogelijk obstakels bevinden.
9