2 Installatievoorschriften
2.1 Vooraf
De kachel moet hermetisch worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen, voldoende
afgeschermd zijn van brandbare materialen (vloer en wanden), in een ruimte met voldoende verluchting.
Informeer naar nationale of plaatselijke normen en voorschriften terzake. Uw verdeler kan u hierin
adviseren.
Raadpleeg eventueel ook brandweer en/of verzekeringsmaatschappij naar specifieke voorschriften of
vereisten. Neem ook kennis van de technische specificaties in bijlage van deze handleiding alvorens met de
installatie aan te vatten.
2.1.1 De schoorsteen
De schoorsteen (het rookkanaal) heeft een dubbele functie:
Het aanzuigen van de lucht vanuit de kamer, nodig voor de verbranding van de brandstof in de kachel
of open haard.
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door thermische en natuurlijke trek. De thermische trek
ontstaat door het warmteverschil tussen de lucht in en buiten het rookkanaal. De opgewarmde lucht in
het rookkanaal is lichter dan de koudere lucht buiten het kanaal en stijgt daarom omhoog, samen met
de verbrandingsgassen. Natuurlijke trek wordt veroorzaakt door omgevingsfactoren o.a. de wind.
Het is verboden om meerdere toestellen op een enkele schoorsteen aan te sluiten (bv. de centrale
verwarmingsketel), tenzij lokale of nationale reglementeringen hierin voorzien.
Ga na welke schoorsteen nodig is voor het gekozen toestel, en of de bestaande schoorsteen geschikt is.
Laat u hierbij adviseren door een specialist. De schoorsteen voldoet best aan de volgende voorwaarden:
Het rookkanaal moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal. Elementen van keramiek of roestvrij staal
verdienen aanbeveling.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd zijn, en een voldoende trek garanderen (een trek of
onderdruk van 15 tot 20 Pa tijdens normaalbelasting is ideaal).
Hij moet zo verticaal mogelijk lopen, vertrekkend van de uitgang van het toestel.
Richtingsveranderingen en horizontale stukken zijn afgeraden, wegens verstoring van de rookgasafvoer
en mogelijke ophoping van roet (verstopping!).
De binnenmaten van de schoorsteen mogen niet te groot zijn om de rookgassen niet te sterk te laten
afkoelen. Voor aanbevolen schoorsteendiameter, zie technische specificatie in bijlage. Indien het
rookkanaal behoorlijk geïsoleerd is, kan de diameter eventueel groter zijn.
De sectie van het rookkanaal moet vooral constant zijn. Verbredingen, en vooral vernauwingen,
verstoren de vlotte rookgasafvoer en worden best vermeden. Hetzelfde geldt voor een dekplaat of
afvoerkap bovenop de schoorsteen. Let erop dat hierdoor de uitmondingsectie niet vernauwt, en dat
de kap zodanig ontworpen is, dat bij wind, de afvoer van de rookgassen niet belemmerd, maar
bevorderd wordt.
Vooral als het rookkanaal door onverwarmde ruimten loopt of buitenwanden heeft, is bijkomende
isolatie belangrijk. Metalen schoorstenen, of schoorsteengedeelten buiten de woning, moeten steeds
worden uitgevoerd in dubbelwandig geïsoleerde buizen. Het buitendaks gedeelte van de schoorsteen
moet steeds geïsoleerd zijn.
De schoorsteen dient voldoende hoog te zijn (minimum 4 meter), en uitmonden in een zone die niet
verstoord wordt door omliggende gebouwen, nabijstaande bomen of andere hindernissen. Als
vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het dak. Indien de nok meer dan 3 meter verwijderd is van de
2