Olieafzuigunit
5.2
Legen van de tank
•
De afvoerslang (pos 7) vastzetten in de opening van de opnametank.
•
Kogelkraan aan de afzuigslang (pos.5) sluiten.
•
Kogelkranen (pos. 11 en 8) openen.
PAS OP! Bij de uitvoering met opvangtrechter moet de kogelkraan (pos 2) gesloten
zijn en de kleminrichting (pos. 6) moet goed vastgedraaid zijn.
•
Druklucht aansluiten op de nippel (Pos. 11), aanbevolen druk 6 bar.
•
Na het volledig legen van de tank, druklucht afsluiten, kogelkraan (pos.8) geopend
laten totdat de overdruk afgebouwd is.
•
Afvoerslang uit de opnametank halen en terugplaatsen in/aan de pistoolhouder.
5.3
Functiestoringen
Storingen
Vacuüm bouwt zich
niet op
Zuigkracht is niet
voldoende
6.
Onderhoud
De olieafzuigunit is in principe onderhoudsarm.
Op grond van de verplichting van de gebruiker moeten de hieronder vermelde
delen regelmatig worden gecontroleerd:
Wij adviseren een controle-interval van één jaar.
Deel
Soort controle
Tank
Optische controle,
dichtheid
Veiligheidsventiel Optische controle,
functie
Ventielen
Optische controle,
Armaturen
functie, dichtheid
Slangen
Optische controle,
Leidingen
dichtheid
Compl. unit
Optische controle,
functie
8
Oorzaken
Kogelkraan open
Luchtlekkage tussen
Venturi-unit/meetcilinder
Of meetcilinder/tank
Viscositeit van de olie te hoog
Zuigsonde verstopt
Niet genoeg vacuüm in de tank
Controlecriteria
Beschadiging, corrosie, lekkage
Beschadiging, reactie bij overdruk (hoger
dan 0,5 bar)
Beschadiging, lichte loop, lekkage
Scheuren, knikken, overmatige slijtage,
lekkage
Volledigheid van de uitrusting,
compl. werkspeling
Gebruiksaanwijzing
Oplossingen
Kogelkraan testen en sluiten
Evt. Lekkages verhelpen
Motor eerst warm laten
lopen!!!!
Zuigsonde reinigen
Vacuüm verhogen of met
aangesloten druklucht
Afzuigen
stand per 01.10.2008