4. Alarmsysteem werking en evt. bijkomende kosten
Het alarmsysteem kan de gebruiker en de meldkamer informeren over de status van het
beveiligde object. Realisatie van deze functies via een analoge telefoonlijn, GSM of GPRS
kan financiële kosten met zich mee brengen, en hangt af van de hoeveelheid informatie die
verzonden wordt. Telefoonlijn storingen, als ook een niet correct geprogrammeerd
alarmsysteem kan in verhoogde kosten resulteren (door het maken van vele oproepen).
Vraag uw installateur naar eventuele bijkomende kosten, of hoe om hoge kosten te
voorkomen. Voorbeeld: Indien het niet gelukt is om een gebeurteniscode succesvol naar de
meldkamer te verzenden, dan zal het alarmsysteem dit elke minuut blijven proberen te
verzenden of na het maximaal aantal belpogingen is bereikt zal het doormelden worden
beëindigt totdat er een nieuwe gebeurtenis optreedt.
5. Gebruikersrechten
Het bedienen van het alarmsysteem is mogelijk na autorisatie van een gebruiker, waarbij het
alarmsysteem controleert of de gebruiker toestemming heeft om de bepaalde bewerking uit
te mogen voeren. De autorisatie van een gebruiker kan op de volgende manieren worden
uitgevoerd:
code,
een proximity kaart (125 kHz passieve transponder zoals bijv. een kaart, een tag, etc.),
een DALLAS iButton (chip),
een handzender.
Het is niet mogelijk om dezelfde code, proximity kaart, DALLAS iButton of handzender
aan meerdere gebruikers toe te kennen.
Geef uit veiligheidsoverwegingen nooit dezelfde identificatie uit aan meerdere
personen.
De installateur kan het systeem zo configureren dat eenvoudige codes niet mogelijk
zijn welke minder dan 3 verschillende cijfers bevatten (bijv. 1111 of 1212) en codes
met opeenvolgende cijfers (bijv. 3456).
De installateur kan het gebruik van bepaalde functies mogelijk maken zonder dat daar
een gebruiker autorisatie voor nodig is.
Het gebruik van een onjuiste code, proximity kaart of DALLAS iButton kan:
het alarm laten afgaan,
het bediendeel/ kaartlezer blokkeren voor 90 seconden.
5.1
Standaard fabriekscodes
Standaard zijn de volgende codes voorgeprogrammeerd in het alarmsysteem (mits deze niet
gewijzigd is door de installateur):
object 1 manager (administrator) code: 1111
De standaard fabriekscode maakt het mogelijk om gebruikers te programmeren voor gebruik
van het alarmsysteem. Zie ook: Gebruikers toevoegen, wijzigen en verwijderen p. 15.
GEBRUIKERSHANDLEIDING INTEGRA
6