Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten en stoppen van de Ontruiming 1.5. Uitlezen brand, storing, test & uitschakelingen 1.6. In- en uitschakelen van vertragingen 1.7. LAMP-test Front brandmeldcentrale 1.8. Het uitvoeren van een ontruimingsoefening 1.9.
1.1. Omschrijving bediening brandmeldcentrale 1: BRAND Indien deze LED brand betekend dat het 9: SYSTEEM STORING: Indien deze LED brand systeem een brand heeft gedetecteerd. betekend dat er een storing in de brandmeldcentrale aanwezig is. 2: STORING Indien deze LED brand betekend dat er in het systeem een storing aanwezig is.
Pagina 5
1.1. Omschrijving bediening brandmeldcentrale 16: SIGNAALGEVERS START/STOP Met deze drukknop 26/27: UIT Indien er uitschakelingen zijn. Kan u met kan u tijdens een ontruimingssituatie alle slow-whoops behulp van de drukknop uitlezen op het display welke. aan/uit zetten. Deze LED brand bij actieve uit28/schakelingen. 17: SIGNAALGEVERS START/STOP LED deze geeft de 28/29: TEST Indien er zones in test zijn gezet kan u indicatie of het ontruimingssignaal (slow-whoop...
1.2. Alarmsituatie (Toegang via “code’) BIJ EEN BRANDALARM WORDEN DE STURINGEN GEACTIVEERD EN START DE ONTRUIMING CONFORM DE PROGRAMMERING Bij een brandalarm: Indien de brandmeldcentrale is uitgevoerd met 16 LED’s. Wordt hiermee de alarmzone weergegeven. Ø Brand de rode STATUS LED Als er meerdere brandalarmen zijn kan u Ø...
1.3.Reset de Brandmeldcentrale 1.4. Starten enj stoppen van de ontruiming RESETTEN BRANDALARM MAG ALLEEN DOOR EEN TOEGEWEZEN PERSOON UITGEVOERD WORDEN Deze situatie van toepassing indien: Er een brandalarm is geweest en alles weer Ø in rust is. Er een storing geweest is welke is hersteld. Ø...
1.5. Uitlezen brand, storing, test en uitschakelingen op het display Alle brand-, storing-, test- en uitschakelmeldingen zijn afleesbaar op het display. Het display heeft een beperkt aantal karakters beschikbaar. Meerdere meldingen zijn uitleesbaar m.b.v. de scrollfunctie (herhaaldelijk drukken op dezelfde toetst BRANDALARMEN: Druk op de overzichtsknop BRANDALARMEN om alle alarmen uit te lezen.
1.6. In- en uitschakelen van vertragingen In- en uitschakelen van vertragingen (na invoeren gebruikerscode) In het brandmeld- en/of ontruimingssysteem kunnen vertragingen geprogrammeerd worden. Het programmeren kan alleen door de bevoegde dealer/installateur. (zie de sticker op de brandmeldcentrale) Een vertraging is alleen van toepassing op de doormelding, sturingen en de ontruiming. Na het invoeren van de gebruikerscode is het mogelijk om de vertraging te activeren of te deactiveren.
1.7. LAMP Test front brandmeldcentrale Het testen van alle LED’s (lampjes) & Display op het front van de brandmeldcentrale. Het is belangrijk om deze functie met regelmaat uit te voeren. Voer de functie op de volgende manier uit: Ø Druk op de knop LAMP TEST Ø...
1.8. Het uitvoeren van een ontruimingsoefening DE ONTRUIMING MAG ALLEEN UITGEVOERD WORDEN OVEREENKOMSTIG HET AANWEZIGE ONTRUIMINGSPLAN Het uitvoeren van een ontruimingsoefening.(na invoer gebruikerscode) Het is belangrijk om deze functie met regelmaat uit te voeren. Voer de functie op de volgende manier uit: Activeren ontruiming Ø...
1.9. Het testen van het systeem HET TESTEN MAG ALLEEN UITGEVOERD WORDEN DOOR EEN PERSOON WELKE VOLDOET AAN DE GESTELDE EISEN IN HET BHV-PLAN Het testen van het systeem: Om de periodieke test uit te voeren dient u de volgende procedure te volgen: Testen Brandmeldcentrale: Ø...
Pagina 13
1.9. Het testen van het systeem HET TESTEN MAG ALLEEN UITGEVOERD WORDEN DOOR EEN PERSOON WELKE VOLDOET AAN DE GESTELDE EISEN IN HET BHV-PLAN Indicatie van de TEST-MODUS op de Brandmeldcentrale: Ø De LED TEST brand Ø De zoemer klinkt elke 5 sec. voor 0,5sec. Ø...
1.10. In- en Uitschakelingen UITSCHAKELINGEN MOGEN ALLEEN UITGEVOERD WORDEN DOOR EEN PERSOON WELKE VOLDOET AAN DE GESTELDE EISEN IN HET BHV-PLAN Dit hoofdstuk behandeld de volgende in- en uitschakelingen: Ø 1.10.1. In- en uitschakelen van voorgeprogrammeerde detectoren Ø 1.10.2. In- en uitschakelen van Slow-Whoops Ø...
1.10. In- en Uitschakelingen UITSCHAKELINGEN MOGEN ALLEEN UITGEVOERD WORDEN DOOR EEN PERSOON WELKE VOLDOET AAN DE GESTELDE EISEN IN HET BHV-PLAN 1.10.2. In- en uitschakelen van slow-whoops (signaalgevers) Volg de volgende procedure voor het in- en uitschakelen van de slow-whoops/alarmgevers: Uitschakelen: Ø...
1.10.4. In- en Uitschakelingen Zone UITSCHAKELINGEN MOGEN ALLEEN UITGEVOERD WORDEN DOOR EEN PERSOON WELKE VOLDOET AAN DE GESTELDE EISEN IN HET BHV-PLAN 1.10.4. In- en uitschakelen Alarmzones Volg de volgende procedure voor het in- en uitschakelen van de alarmzones: Uitschakelen: Ø...
1.10.5. In- en Uitschakelingen Individueel UITSCHAKELINGEN MOGEN ALLEEN UITGEVOERD WORDEN DOOR EEN PERSOON WELKE VOLDOET AAN DE GESTELDE EISEN IN HET BHV-PLAN 1.10.5. In- en uitschakelen deelnemer (device) Volg de volgende procedure voor het in- en uitschakelen van de alarmzones: Uitschakelen: Ø...
1.11. Uitlezen van storingen 1.11. Uitlezen van storing INDIEN DE LED STORING BRAND NEEM CONTACT OP MET DE SERVICEAFDELING VAN UW DEALER/INSTALLATEUR TELEFOONNUMMER VAN UW DEALER/INSTALLATEUR VINDT U OP DE STICKER OP DE BRANDMELDCENTRALE www.koba-groep.com Tel: 046 - 4490212...