2.3.2
Inbedrijfstelling van WDH-V(Z) werktuigendrager
Bevestiging van de werktuigendrager aan de heftruck:
1.
Plaats de heftruckvorken op de juiste breedte (±730mm) om de werktuigendrager juist op te pakken.
2.
Na het inrijden van de heftruckvorken in de daarvoor bestemde sloeven dient de werktuigendrager geborgd
te worden aan het vorkenbord. Hiervoor moet de meegeleverde ketting om het vorkenbord geslagen
worden en wederom geborgd worden op de werktuigendrager.
3.
Plaats de vanghaak nu op de juiste hoogte d.m.v. de penverstelling zodat het aangekoppelde werktuig op de
juiste hoogte tegen de rubberstrip loopt.
4.
Borg de vanghaak d.m.v. de pen en de borgclip.
5.
Koppel nu het te transporteren werktuig in. Let er hierbij op dat ook hier de juiste pennen en borgclips voor
gebruikt worden.
6.
Hef de werktuigendrager met het aangekoppelde werktuig nu omhoog en zorg er hierbij voor dat er
voldoende ruimte is onder het aangekoppelde werktuig om veilig transport te kunnen garanderen.
Gebruik kipperpen bij model WDH-VZ:
1.
Bij het gebruik van de kipperpen op het model WDH-VZ dient eerst de borgring verwijderd te worden.
2.
Breng de werktuigendrager op de juiste hoogte om de kipper aan te kunnen koppelen.
3.
Na het aankoppelen dient de kipperpen weer geborgd te worden met de borgring en bijbehorende borgclip
om onverwacht losschieten van de kipper te voorkomen.
Gebruik vangbekken bij model WDH-VZ:
1.
Bij gebruik van de vangbekken t.b.v. het transporteren van halfgedragen machines dient de vanghaak naar
achteren geplaatst te worden. Hiervoor de borgclip en pen verwijderen en de haak 180° draaien zodat deze
naar achteren wijst. Vervolgens deze weer borgen met de pen en borgclip.
2.
Om de vangbekken te gebruiken kunnen deze eerst naar voren geklapt worden om vervolgens op de juiste
breedte gezet te worden zodat het te transporteren werktuig juist aan te koppelen is.
3.
Controleer vervolgens of de haken juist gemonteerd zijn en hef de werktuigendrager iets omhoog voor
transport.
De WIFO werktuigendrager is nu gereed voor gebruik.
11