Handleiding PC.080 v3
Type sensor
Contact voor 'alert'
Water magnetisch contact Teller
Gas magn/opto contact
Electriciteit SO contact
Pulsteller, zonder eenheid Teller
Elektriciteit(stroomsensor) Tijd
Fuel (spanningssensor)
NTC weerstand
B. Temperaturen:
De PC.080 kan inderdaad ook temperaturen meten en loggen in een bereik van ‐15° tot +85°
De NTC‐temperatuursensor kan besteld worden bij 2‐WIRE: ref. NTC.100(nauwkeurigheid +‐5%)
Deze NTC‐temperatuur sensoren kunnen enkel op ingang1 tot 4 aangesloten worden!
Wanneer je 2 temperatuursensoren wil gebruiken en deze tonen in dezelfde grafiek, (binnen‐ en
buitentemperatuur, koud‐ en warm water...) dan moet je beide sensoren 'koppelen'.
Bij de eerste sensor ('master') moet de 'MODE' = 'Thermo', en 'ADDR' benoemen zoals reeds
beschreven (bij voorkeur hetzelfde als kanaalnr 'CH') Het subadres 'SUBAD' moet 0 zijn.
De tweede sensor die je wil koppelen aan de eerste sensor, moet eveneens MODE = 'Thermo'
hebben, maar 'ADDR' = 255 en 'SUBAD' het inputnummer van de eerste sensor (IN1‐IN2‐IN3 of IN4)
dus ofwel getal 1 of 2 of 3 of 4.
FUNCTIE:
Elke TH‐sensor apart
loggen en aparte grafiek
2 TH‐sensoren in dezelfde
grafiek: SENSOR1
2 TH‐sensoren in dezelfde
grafiek: SENSOR2
In 'PARA3' kan eventueel een temperatuurcorrectie ingegeven worden: wanneer de aangeduide
temperatuur te hoog is, dan negatief ingeven correctie per 0.1°C: (vb ‐30 = 3° verlagen)
Wanneer de aangeduide temperatuur te laag is, dan ingeven correctie per 0.1°C (vb 5 = 0.5°
verhogen) (geen + teken plaatsen!)
De weergave in de grafiek noemt 'ROOMTP' (ruimtetemp) voor de eerste sensor (master), en 'SETPT'
(setpunt) voor de tweede sensor. (Het regime is enkel van toepassing bij gebruik van een Modbus‐
thermostaat)
C. Logging naar FTP:
Wanneer de data ook gelogd moet worden naar een externe ftp‐server, moeten we markeren welke
data moet gelogd worden. (Wanneer je geen ftp‐server hebt opgezet, moeten deze velden niet
ingevuld worden)
In het veld 'LOGTYPE' kunnen we aanvinken: 'WATT‐L' (= vermogen Watt of liter) en 'kWh/m3'
(= verbruikte energie). Voor temperaturen zijn 'TP1' (sensor1) en 'TP2' (sensor2)
2‐wire.be
MODE
Bistabiel
Teller
Teller
Tijd
Thermo
MODE
ADDR
Thermo
Adres1‐254
Thermo
Adres1‐254
Thermo
255
2‐Wire Energy Monitor
PARA6
Zie later
Aantal pulsen/m3
Aantal pulsen/m3
Aantal pulsen/kWh
1
Verbruik in W/u
Debiet in ml/u
SUBAD
0
0
1..4 volgens INxx
SENSOR1
UNIT
m3 W
m3 G
kWh
Cnt
kWh
L Fuel
°C
PARA3
Temp‐
correctie
Temp‐
correctie
Temp‐
correctie
4