LB-management
Trappenhuisautomaat, Impulsgever
(6)
Impulsdrukker, maakcontact
VOORZICHTIG
Overspanning bij aansluiting op twee fasen.
Onherstelbare beschadiging van de REG-automaat.
Alleen eenfasig aansluiten.
Niet meerdere REG-automaten naast elkaar toepassen.
Warmtebronnen, bijv. REG-dimmers, niet in de directe omgeving van de REG-automaat plaat-
sen.
Zorg voor voldoende warmte-afvoer.
Op de stuuringang A1 van de REG-automaat mag de stroombelasting niet hoger worden
dan 40 mA. Om de stroombelasting te bepalen, moet het stroomverbruik van alle aange-
sloten impulseenheden en verlichtingselementen van de impulsdrukker worden opgeteld.
Worden alleen impulseenheden gebruikt, dan kunnen maximaal 14 impulseenheden worden
aangesloten.
Voorbeeld met impulseenheden en impulsdrukker: 6 x impulseenheid: 6 x 2,8 mA = 16,8 mA
Beschikbare stroom voor verlichtingselementen: 40 mA - 16,8 mA = 23,2 mA Aantal verlich-
tingselementen bij 0,9 mA per element: 23,2 mA / 0,9 mA = 25,7 Daardoor kunnen 25 verlichte
impulsdrukkers worden aangesloten. Het aantal niet-verlichte impulsdrukkers is niet begrensd.
Afbeelding 4: Klembare kabeldoorsnede REG-automaat
Afbeelding 5: Klembare kabeldoorsnede impulseenheid
■
Klembare kabeldoorsnedes REG-automaat (Afbeelding 4) en impulseenheid
(Afbeelding 5) in de gaten houden.
■
REG-automaat (4) op DIN-rail monteren.
■
REG-automaat (4), impulseenheid (5) en impulsdrukker (6) volgens aansluitschema (afb.
2) of (afb. 3) aansluiten.
■
Impulseenheid of impulsdrukker in een apparatuurdoos monteren, aansluitklemmen van
de impulseenheid moeten onderaan liggen.
■
Frame en element monteren.
■
Wanneer meerdere installatieautomaten gevaarlijke spanningen aan het apparaat of de
last leveren, de installatieautomaten koppelen of met een waarschuwing zodanig belette-
ren, dat vrijschakelen is gewaarborgd.
■
Nalooptijd en bedieningsmodus op de REG-automaat instellen, zie Bediening.
82599503
J0082599503
4 / 6
02.05.2018