Opmerking: U dient batterijen voorzichtig af te voeren om milieuverontreiniging te voorkomen. Neem
contact op met de milieuafdeling van uw gemeente voor informatie over het inleveren.
Gooi batterijen nooit in vuur.
4 EEN METING VERRICHTEN
Als u de sonde openvouwt tot het weergavescherm oplicht, is de thermometer ingeschakeld. Als u de sonde
verder dan 180 graden verdraait, kan deze beschadigen.
Breng de sondetip aan op het te meten oppervlak of materiaal. De sensor zit boven in de sonde. U dient de
sonde daarom minimaal 3 mm (0,12") in te voeren. Afhankelijk van de aard van het materiaal duurt het een
paar seconden voordat het meetresultaat stabiliseert.
Als automatisch uitschakelen (zie "Instrument instellen" op pagina 3) is geactiveerd, schakelt de
thermometer om batterijen te sparen automatisch uit na 10 minuten. Om de thermometer weer in te
schakelen, vouwt u de sonde in en daarna weer uit.
De tip van de naaldsonde is heel scherp, ga daarom voorzichtig te werk als u de thermometer
gebruikt.
5 FOUTMELDING
Als de gemeten waarde onder het bereik van de thermometer ligt, wordt de melding 'Lo' getoond.
Als de gemeten waarde boven het bereik van de thermometer ligt, wordt de melding 'Hi' getoond.
Als de sonde een storing vaststelt, wordt de melding 'Er' getoond. Neem voor verdere assistentie contact
op met de afdeling Klantenservice als de foutmelding voortduurt.
R
5