3. Installatie
Een locatie kiezen
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd. Welke
installatieconfiguratie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van
de ruimte en uw persoonlijke voorkeur.
I. Tafel voorkant
III. Tafel achterkant
Zie pagina
Als u de projector boven of onder het scherm plaatst, dient u deze omlaag of
omhoog te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen
wordt het beeld vervormd. U kunt de vervorming corrigeren met de functie
Keystone (Trapezium). Zie pagina
14
3. Installatie
30
voor meer informatie over de vier configuraties.
II. Plafond voorkant
IV. Plafond achterkant
22
voor trapeziumfoutcorrectie.