Overbrengen van audio: Nadat je de transmitter van stroom hebt voorzien (1), sluit
je de transmitter aan op de audiobron bij 3. Zet de transmitter aan door de AAN /
UIT-schakelaar (4) naar LOW of HIGH te schuiven. Bij 5 wordt dan het uitzendkanaal
weergegeven. Staat hier een 1, dan is het audiogeluid te beluisteren via kanaal 1 van
de koptelefoon (kanaalschuifje van de koptelefoon helemaal omlaag).
High/Low switch: Kies op de AAN / UIT-schakelaar (knop 4) voor LOW voor een
zendafstand tot 200 meter (en betere audiokwaliteit) en HIGH voor een zendafstand
tot 500 meter. Wanneer op HIGH ingesteld, zorg dan dat de koptelefoons zich niet te
dicht bij de transmitter(s) bevinden.
Kanaalschakelaar: druk op knop 6 om van kanaal te wisselen. Je ziet het cijfer bij 5
verspringen naar kanaal 1, 2 of 3.