Gebruiks- en montagevoorschrift
"PIR inbouw bewegingsmelder"
IB-PIR-WAND
Generatie 2
870540
Specificaties:
Aansluitspanning
: 220 - 240Vac 50 Hz
Ohmse belasting
: 1600W
Halogeen hoogvolt
: 800W
Halogeen laagvolt
: 300VA / 180W
Inductieve belasting
: 180VA / 20uF
LED lamp
: 200W
Spaarlamp
: 300VA / 180W
Inschakelduur
: 5 sec - 30 min, test en 1s
Luxwaarde inst.
: 5 Lux - daglichtniveau
learning mode 5 - 2000Lux
Detectiebereik
: 8 m instelbaar, hoogte 1m
Detectiehoek
: 180° (zie Fig. 1)
Montagehoogte
: Tussen 80 - 150 cm
Bescherming
: IP40, indoortoepassing
Temperatuur
: 0°C tot +45°C
Functieschakelaar
: AUTO (automatisch)
: OFF (uit)
: ON (constant aan)
Reductiehoek
: Via lensmasker
Zekering
: 16A, B karakteristiek
Normen
: CE / TÜV
Algemene beschrijving
De inbouw wand bewegingsmelder IB-PIR-WAND is een
driedraads muurinbouw detector die praktisch in alle
standaard inbouwdozen past. Bijzonder geschikt voor in-
stallatie in toilet ruimten, kasten, winkels, trappen, kamers,
garages schuren en andere opbergruimtes. Deze melder is
voorzien van instelbare tijd, lux en gevoeligheid functies
die middels een potentiometer eenvoudig zijn in testellen.
Tevens kan de melder via een manual schakelaar op het
verborgen bedieningspaneel in 3 standen continue worden
ingesteld. De sensor kop is qua afmeting universeel ge-
maakt in 50 x 50mm zodat deze in andere merken scha-
kelmateriaal geïntegreerd kan worden. Middels het bijge-
leverde lensmasker kan de openingshoek van de melder
tussen 40 en 180° gemaskeerd worden. Praktisch alle be-
staande soorten verlichting kunnen door het relais van de
melder geschakeld worden. Vooral voor Led verlichting is
de melder zeer geschikt omdat er geen minimale belasting
is vereist. Wel dient er rekening gehouden worden met in-
loopstromen, deze is maximaal 80ampere voor 20µS. Door
overruling van nalooptijd bij overschrijden van luxwaarden
zal de melder voor energie besparing de verlichting op in-
telligente wijze uitschakelen.
Montagevoorschrift
Let op: maak voor de montage alle aansluitkabels
spanningsvrij en lees de gebruiksaanwijzing goed door.
Raadpleeg bij twijfel een erkend installateur!!!
Inschakelen en afstellen
De IB-PIR-WAND is alleen geschikt voor indoortoepassin-
gen. De ideale montage hoogte is tussen 80 en 150 cm.
Bepaal de plaats waar de schakelaar in de wand moet wor-
den gemonteerd en houd rekening met het volgende:
1. Luchtkanalen: let op uitstoot van wasemkappen, ver -
warmingsroosters, wasdrogers enz.
2. Objecten die door luchtstromen kunnen bewegen zoals
planten en gordijnen
3. Richt de sensor niet op andere lichtbronnen
4. Richt de sensor niet op sterk reflecterende oppervlak-
tes zoals zwembaden (i.v.m. snelle temperatuurschom-
melingen)
5. Aanlooproutes: Het detectieveld dwars i.p.v. rechtstan-
dig plaatsen geeft het beste resultaat (Fig. 2).
Demonteer de sensor zodat de schakeleenheid, sensor,
adapter en afdekrand los van elkaar zijn (Fig. 3). Verwij-
der de bestaande schakelaar uit de inbouwdoos en sluit de
sensor aan volgens het aansluitschema (Fig. 4A, of Fig. 4B
voor meerdere sensors). Bevestig vervolgens de schake-
leenheid in de inbouwdoos met twee boutjes of gebruik de
zijarmen om de schakeleenheid in de doos vast te klem-
men (Fig. 5). Plaats het afdekraam en adapter. Bevestig
dan de sensor met twee schroeven op de schakeleenheid
en sluit de sensor kap. Of integreer de melder in bestaande
afdekramen van ander fabricaat (Fig. 6)
Inschakelen en afstellen
Na een laatste controle kan de spanning ingeschakeld wor-
den. Na inschakeling van de spanning heeft de melder ± 3
min. nodig om op bedrijfstemperatuur te komen! Zet voor
het testen van de IB-PIR-WAND de instellingen als volgt in:
* Lux
: In stand zon/maan (daglichtni-
veau).
* Time
: In stand – TEST de luxwaarde en
tijd is overruled
* Meter
: In stand + (8 meter)
* Functieschakelaar : In stand midden AUTO (Fig. 7)
Loop langs de rand van het detectieveld en controleer of
de melder naar wens werkt. Met de "meterknop" kunt u het
detectieveld verkleinen en gevoeliger maken. Met het bij-
geleverde lensmasker (Fig. 8) zijn de hoeken die niet mo-
gen worden gedetecteerd te maskeren. Stel vervolgens de
luxwaarde en schakeltijd naar wens in.
Luxwaarde inleren.
Door de potentiometer van de luxwaarde op het "oog" in
te stellen wordt de actuele luxwaarde als schakeldrempel
ingesteld (Fig. 9).
Let op! Zorg ervoor dat het omgevingslicht niet wordt be-
invloed door handen of eigen lichaam. Dit zal de waarde
ernstig verstoren.
Zodra de potmeter op het oog wordt ingesteld zal het
inleer-proces beginnen. De led zal 10 seconden langzaam
flitsen en indien de luxwaarde tussen 10 en 2000Lux is zal
hierna zowel de verlichting als de led voor 5 seconden in-
schakelen en de led zal snel flitsen ter bevestiging dat de
luxwaarde succesvol is ingeleerd.
Indien de luxwaarde buiten het bereik tussen 5 -2000Lux
is dan zal de sensor geen waarde inleren en vervolgens het
relais lux onafhankelijk besturen (dus alleen op beweging).
De sensor geeft dit aan door na het beëindigen van de 10
inleerseconden niet de verlichting en de led in te schake-
len. De led blijft enkel nog 5 seconden langer snel flitsen.
Overruling door daglichtniveau >> aan / uit ondanks be-
weging
Wanneer het omgevingslichtniveau snel verandert van heel
licht naar donker en zakt onder het ingestelde luxniveau
terwijl de detector reeds was uitgeschakeld. Dan treed er
een vertraging op van 10 seconden, zichtbaar door het
knipperen van de rode led die hiermee aangeeft dat deze
over 10 seconde zal inschakelen. Dit voorkomt dat verlich-
ting onnodig en onverwacht inschakelt.
Van donker naar licht
Bij tijd > 5 minuten Wanneer het omgevingslicht veel hoger
wordt dan het ingestelde lichtniveau dan zal de verlich-
ting na 5 minuten worden uitgeschakeld ondanks dat er
aanwezigheid wordt gedetecteerd en ondanks een langere
nalooptijd.
Bij tijd < 5minuten Als de nalooptijd op korter dan 5minu-
ten staat ingesteld en er is detectie dan zal de sensor de
naloop tijd maximaal tot 5 minuten blijven verlengen en
daarna uitschakelen.
Afmetingen
Fig 1: detectiehoek
Bovenaanzicht 195°
Zijaanzicht
Fig 2: aanlooproute
Gevoelig
Minder gevoelig
Fig 3: demontageschema