ad d. Met de 6 schakelaars op het bedieningspaneel is het mogelijk elk aangesloten toestel
separaat te bedienen.
Indien een schakelaar op stand "0" staat zal het betreffende toestel uit staan (Bij
toepassing van een Flair luchtverwarmer is het ook mogelijk om deze te "resetten" door de
schakelaar kortstondig op stand "0" te zetten.)
Indien de schakelaar op stand "1" staat, zal het betreffende toestel indien het een Flair
luchtverwarmer is, werken volgens de dag c.q. nachtthermostaat; is het aangesloten
toestel een circulatie-unit dan zal deze aan- en uitschakelen door middel van de in het
toestel ingebouwde thermostaat.
Dit is de normale bedrijfssituatie.
Wanneer de schakelaar op de stand "Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2Fout!
Bladwijzer niet gedefinieerd." staat, zal van het betreffende toestel continu de
systeemventilator draaien ongeacht of er wel of geen warmtevraag is.
Afhankelijk van de toepassing kan men met 1 ruimtethermostaat ook meerdere Flair lucht-
verwarmers aansturen.
Men heeft dus ook de mogelijkheid om de Flair luchtverwarmers in groepjes aan te sturen.
Aangesloten circulatie-units werken nooit volgens een ruimtethermostaat daar deze een
ingebouwde thermostaat hebben.
INSTELLING SCHAKELKAST
Voordat men de instellingen verricht, dient men te weten welke aangesloten toestellen door welke
thermostaat bedient worden.
Geef elk aan te sluiten toestel een nummer, te beginnen met de Flair luchtverwarmers en daarna
de eventueel aan te sluiten circulatie-units.
Begin de nummmering altijd bij 1.
De Flair luchtverwarmers die door 1 ruimtethermostaat worden bediend dienen na elkaar te
worden genummerd.
Voorbeeld 1
Men wil 4 Flair luchtverwarmers regelen middels 2 ruimtethermostaten, dan
worden toestel 1 en 2 geregeld door ruimtethermostaat 1 en toestel 3 en 4 worden
geregeld door ruimtethermostaat 2.
Worden ook nog 2 circulatie-units aangesloten dan worden dat de nummers 5 & 6.
Nu men het aantal aan te sluiten toestellen weet en hoe deze worden bediend kan men met de 6
keuzeschakelaars die in de schakelkast zijn gemonteerd, (zijnde niet de 6 schakelaars welke op
het bedieningspaneel zijn geplaatst !) de basisinstelling door middel van deze keuzeschakelaars
instellen.
Zie hiervoor ook figuur 2 aanzicht schakelkast.
Om bij deze keuzeschakelaar te komen dient men het bedieningspaneel los te schroeven waarna
men bij de binnen in de schakelkast gemonteerde keuzeschakelaars kan komen.
Geadviseerd wordt om de positie van de keuzeschakelaars binnen in de schakelkast te noteren.
Indien men een keuzeschakelaar op positie 2 zet dan wordt het aangesloten toestel bediend door
een eigen ruimtethermostaat, staat de keuzeschakelaar op positie 1 dan wordt het aangesloten
toestel bediend door de ruimtethermostaat van het voorgaande toestel.
Voor een aangesloten circulatie-unit zet men de positie van de keuzeschakelaar op 2.
Keuzeschakelaar KS1 dient altijd op positie 2 te staan.