KEYSTONE COMPOSEAL-VLINDERAFSLUITERS, RINGTYPE
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
TABEL 1
Doorlaat
DN (NPS)
15 / 50 / 60
40 (1.5)
15 / 50 / 60
50 (2)
20 / 55 / 70
65 (2.5)
30 / 90 / 110
80 (3)
40 / 130 / 160
100 (4)
40 / 130 / 160
125 (5)
40 / 130 / 160
150 (6)
50 / 170 / 210
200 (8)
50 / 170 / 210
250 (10)
60 / 170 / 210
300 (12)
OPMERKINGEN
Boutspecificaties: minimaal klasse 8.8, grove schroefdraad, schroefdraadwrijving en moerflenswrijving: 0.14
2.3.2 Nieuw systeem
1. Draai de klep bijna helemaal dicht en
centreer beide flenzen ten opzichte van het
afsluiterhuis. Bevestig het huis met een
aantal flensbouten en haal de bouten aan
(zonder de maximale draaimomenten te
overschrijden, zie tabel 1).
2. Plaats de combinatie flens-afsluiter-flens
gecentreerd ten opzichte van de leiding.
3. Zet de flenzen met een paar puntlassen vast
aan de leiding.
4. Verwijder de bouten en haal de afsluiter weg
tussen de flenzen.
5. Las nu de flenzen aan de leiding vast en laat
de flenzen geheel afkoelen.
6. Installeer de afsluiter volgens de
installatieprocedure in het bestaande
systeem.
BELANGRIJK
Las de flenzen nooit helemaal aan de leiding vast
terwijl de afsluiter tussen de flenzen zit geklemd;
de hitte zal het samengestelde huis en de rubber
O-ringafdichting van de flens ernstig beschadigen.
2.4 Verificatie van de afsluiter
Controleer de werking van de afsluiter door de
afsluiter van de 'geheel open' naar de 'geheel
gesloten' stand te sturen. Ter controle van de
werking van de afsluiter moet de indicator van
de klepstand op de aandrijving of de hendel
verdraaien van de aanduiding 'geheel open'
naar 'geheel gesloten' op de aandrijving of de
meerstandenplaat. Doorgaans sluit de klep in
de richting van de klok.
2.6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Afsluiter draait niet
Aandrijving defect
Afsluiter vol met gruis
Lekkende afsluiter
Klep niet geheel gesloten
Gruis in afsluiter
Zitting beschadigd
Schokkerige werking
Gruis in afsluiter
Onvoldoende luchttoevoer naar de aandrijving
Minimaal / Aanbevolen / Maximaal aanhaalmoment Nm (lbs in)
PN 6
20 / 55 / 70
130/450/550
20 / 55 / 70
130/450/550
30 / 90 / 110
180/500/625
20 / 55 / 70
270/800/975
30 / 90 / 110
350/1100/1400
40 / 130 / 160
350/1100/1400
50 / 170 / 210
350/1100/1400
60 / 240 / 300
450/1500/1800
60 / 240 / 300
450/1500/1800
70 / 240 / 300
550/1500/1800
2.5 Mogelijke bronnen van gevaar
2.5.1 Mechanisch
Wanneer handbediening wordt gebruikt, moet
er voldoende ruimte zijn om te voorkomen dat
handen bekneld kunnen raken.
BELANGRIJK
Gebruik een tang en draag een veiligheidsbril voor
het afbreken van de positie lipjes ter bescherming
van uw handen en ogen.
2.5.2 Elektrisch
Het samengestelde materiaal kan
elektrostatisch worden geladen door een
vloeistof die door en/of langs de afsluiter
stroomt. Tijdens ontlading kan een vonk
ontstaan. Het gedrag van de afsluiter is niet
anders dan dat van kunststof leidingen.
2.5.3 Thermisch
A. Als de afsluiter wordt gebruikt in
toepassingen met een vloeistoftemperatuur
>+40°C of <-20°C moeten beschermende
maatregelen worden getroffen om te
voorkomen dat mensen zich branden door
het aanraken van de buitenkant van de
afsluiter. De bediening van de afsluiter zou
ook bijzonder heet of koud kunnen zijn.
Gebruikers van de afsluiter dienen de juiste
persoonlijke beschermingsmiddelen te
gebruiken om letsel te voorkomen. Zoals:
veiligheidshandschoenen.
PN 10
20 / 55 / 70
180/500/625
20 / 55 / 70
180/500/625
30 / 90 / 110
270/800/975
20 / 55 / 70
180/500/625
30 / 90 / 110
270/800/975
40 / 130 / 160
350/1100/1400
50 / 170 / 210
450/1500/1800
50 / 170 / 210
550/2125/2650
70 / 240 / 300
550/2125/2650
80 / 240 / 300
625/2125/2650
Oplossing
Vervangen of repareren
Afsluiter reinigen of spoelen om gruis te verwijderen
Sluit klep
Enige malen open en dicht zetten en (met open afsluiter) spoelen om gruis te verwijderen
Afsluiter vervangen
Enige malen open en dicht zetten en (met open afsluiter) spoelen om gruis te verwijderen
Vergroot druk en/of volume van luchttoevoer
PN 16
15 / 50 / 60
180/500/625
20 / 55 / 70
180/500/625
30 / 90 / 110
270/800/975
30 / 90 / 110
180/500/625
30 / 90 / 110
270/800/975
40 / 130 / 160
350/1100/1400
50 / 170 / 210
450/1500/1800
60 / 240 / 300
450/1500/1800
70 / 240 / 300
625/2125/2650
80 / 240 / 300
700/2125/2650
B. Hete oppervlakken kunnen een mogelijke
ontstekingsbron in de omgeving vormen.
2.5.4 Bediening
A. Te snel sluiten van een afsluiter kan leiden
tot waterslag in de aanstroom leiding.
Waterslag leidt tot te grote spanningen
in de afsluiter en kan ernstige schade
veroorzaken. Waterslag moet onder alle
omstandigheden vermeden worden.
B. Een vloeistof die door de klep van een
vlinderafsluiter stroomt heeft de neiging
de klep van de afsluiter te sluiten. Ga
uiterst zorgvuldig te werk als u het
bedieningsmechanisme van de afsluiter
ontgrendelt.
ASME 150
130/450/550
180/500/625
270/800//975
270/800/975
270/800/975
350/1100/1400
450/1500/1800
550/2125/2650
625/2125/2650
700/2125/2650
3