P
.—
ROJECTORINST
activeren. Het menu projectorstellingen biedt de volgende opties:
A
UTO BRON
vergrendelen. Als u op de knop Bron drukt wanneer de stand Auto bron is
ingesteld op Uit, kunt u het ingangssignaal handmatig selecteren. Selecteer
Aan om de beschikbare invoersignalen automatisch te detecteren. Als u op
de knop Bron drukt wanneer de projector is ingeschakeld, wordt het
volgende beschikbare invoersignaal automatisch gezocht.
A
UTO TRAPEZ
te passen die door het kantelen van de projector wordt veroorzaakt.
P
ROJECTORSTAND
afhankelijk van de manier waarop de projector is gemonteerd.
• Spiegelprojectie - bureau — De projector keert het beeld om zodat u
kunt projecteren van achter een doorschijnend scherm.
• Projectie achteraan-plafondmontage - het beeld wordt achterstevoren en
ondersteboven gekeerd. U kunt projecteren vanachter een doorzichtig
scherm met een projectie op het plafond.
• Frontprojectie - bureau — Dit is de standaardoptie.
•Projectie vooraan-plafondmontage - het beeld wordt ondersteboven
gedraaid voor projectie vanaf een aan het plafond gemonteerde projector.
L
UIDSPREKER
Uit om de luidspreker uit te schakelen.
G
ESLOTEN BIJSCHRIFT
schakelen en het menu Gesloten bijschrift te activeren. Selecteer geschikte
opties voor de gesloten bijschriften: CC1, CC2, CC3 en CC4.
OPMERKING:
NTSC.
48
Uw projector gebruiken
Selecteer en druk op
—
Selecteer Uit (standaard) om het huidige ingangssignaal te
.
.—
Select Aan om automatisch de beeldvervorming aan
CORR
—
Hiermee kunt u de projectorstand selecteren,
—
Selecteer Aan om de luidspreker in te schakelen. Selecteer
—
Selecteer Aan om het gesloten bijschrift in te
De optie Gesloten bijschrift is alleen beschikbaar voor
om de projectorinstellingen te