Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarm- En Storingscodes; Stroomstoring; Oververhittingsbescherming - Frico SIReAC Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

NL

Alarm- en storingscodes

SIRe beschikt over verschillende
alarmmeldingen en storingscodes ten behoeve
van een veilig en probleemvrij bedrijf. Als
er alarmmeldingen of storingscodes worden
weergegeven, moeten deze worden gereset
om naar normaal bedrijf terug te gaan,
bijvoorbeeld het opnieuw activeren van de
verwarming. De ventilatorstand is actief, ook
als bijvoorbeeld het oververhittingsalarm
wordt weergegeven.
Weergave van alarm- en storingscodes
In geval van een alarm of storing wordt de
alarm-/storingscode in het statusvenster
weergegeven. In geval van een alarm-/
storingscode wordt de unit waarop deze
betrekking heeft weergegeven.
Zie Tabel - Alarmmeldingen en Tabel -
Storingscodes (Quick Guide).
Reset alarm
Let op! Controleer voor het resetten of de
fout is hersteld en of er geen obstakels zijn
die het opnieuw inschakelen van de unit
kunnen blokkeren.
Blader, als er sprake is van meerdere alarm-
meldingen, naar beneden om het volgende
alarm te bekijken. Het resetten van de alarm-
meldingen moet echter wel in dezelfde volg-
orde plaatsvinden.
Alarm (1/2)
Unit 9
A1 Motoralarm
Zodra de storing is hersteld, kan het alarm
gereset worden door op de pijl vooruit te
drukken, Reset alarm te selecteren en vervol-
gens te bevestigen. Tijdens het voor de eerste
keer opstarten kunnen alarm- en storing-
scodes worden weergegeven die meestal zon-
der verdere acties gereset kunnen worden.
A1 Motoralarm
Open hoofdmenu
Reset alarm
14
SIRe Competent Air Curtains
Alarm (2/2)
Unit 9
A2 Oververhittings- alarm
A1 Motoralarm
Open hoofdmenu
Reset alarm

Stroomstoring

Na een stroomuitval moeten de
tijdsinstellingen worden gecontroleerd. Als
de tijd niet goed is ingesteld, heeft dit een
uitwerking op het weekprogramma.

Oververhittingsbescherming

Alleen van toepassing op units met interne
sensor. De oververhittingsbescherming is
primair bedoeld om oververhitting van de
unit te voorkomen en om de unit en de
directe omgeving in geval van oververhitting
te beschermen tegen beschadiging. Als
de oververhittingsbescherming wordt
geactiveerd, wordt het uitgangsvermogen
beperkt om de interne temperatuur op die
manier binnen de grenzen te houden, zie de
tabel.
Als de interne temperatuur tot boven de
alarmgrens stijgt, wordt er een A2 oververhit-
tingsalarm afgegeven en wordt de ventilator
ingeschakeld om de hitte af te voeren. Als de
interne temperatuur desondanks blijft stijgen,
bijvoorbeeld vanwege een defecte contact-
gever of een verkeerde waterklep, stijgt het
toerental van de ventilator totdat het maxi-
male toerental is bereikt en blijft de ventilator
draaien totdat de interne temperatuur weer
omlaag gaat en het alarm wordt gereset.
Het alarm blijft in het display staan totdat
deze is gereset. Voor units met elektrische
verwarming geldt dat de verwarming tot dat
moment uitgeschakeld blijft. Voor units met
waterverwarming geldt dat de aandrijving/klep
weer inschakelt op het moment dat de interne
temperatuur gedaald is tot een veilig niveau -
ook als het alarm nog niet is gereset.
Voor een juiste werking is het van belang
dat units met waterverwarming zijn voorzien
van aandrijving/klep aangestuurd door SIRe.
Units met elektrische verwarming zijn ook
voorzien van een mechanische oververhit-
tingsbescherming.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave