Montage
Apparaat monteren
• Voer de aders door de kabelinvoeropening.
• Bevestig het apparaat met daarvoor geschikte schroeven (zie Overzicht).
• Stel de DCM-toetsen in conform de configuratie. Let op de mechanische codering van
de toetsen. Klik de toetsen met lichte druk vast.
Let erop, dat de kabels aan de achterzijde van het apparaat niet ingeklemd
!
raken.
Trek eerst de bovenste schroef aan, daarna de onderste schroef.
Kabels aansluiten
• Trek de opsteekbare aansluitklem naar onderen
toe af.
• Sluit de aders op de aansluitklem aan (steekbare
schroefklem) conform het klemaansluitschema.
• Plaats de aansluitklem weer.
• De kabel in de ruimte onder de aansluitklem
leggen. Uitstekende aders hinderen de montage
van de naamplaat.
Voer de volgende stappen uit voordat het apparaat wordt gesloten.
• Inbedrijfname
• Toetsen-layout
• Programmering
• Parameters instellen
• Beletteren van de naamplaat
Klemmenbezetting
7