Vervolgens sluit u de bruine draad van het infraroodpaneel aan op de klem gemarkeerd met (NO). Deze is in de
tekening gemarkeerd als L1.
Wanneer u deze stappen heeft voltooid, is uw infraroodpaneel gereed voor bediening middels de draadloze
ontvanger.
CONTROLE VAN DE BESTURING
Het verwarmingssysteem zal worden bestuurd via de vloersensor en de ontvanger. De thermostaat stuurt het
systeem aan door de ingestelde temperatuur te vergelijken met de huidige vloertemperatuur. De vloersensor
moet geplaatst worden op een representatieve plek onder de vloerverwarming en wordt verbonden met de
ontvanger op positie 5&6 (zie schakelschema). Wanneer de vloersensor niet of onjuist is geïnstalleerd of defect
is zal het verwarmingssysteem worden uitgeschakeld.
1. Wanneer de schakelaar in de uit-stand wordt gezet, zijn alle LED lampjes uit en de ontvanger geeft
geen output.
2. Wanneer de schakelaar in de aan-stand wordt gezet, kunt u naar keuze gebruik maken van de
gelimiteerde vloertemperatuur.
De thermostaat reguleert en de ingestelde gelimiteerde vloertemperatuur wordt gerespecteerd.
Bijvoorbeeld: de ingestelde gewenste temperatuur is 21 C, met als gelimiteerde vloertemperatuur 30 C. De
ruimtetemperatuur gemeten door de thermostaat bedraagt 19 C, de thermostaat geeft dus een signaal af aan
de ontvanger dat het verwarmingssysteem moeten worden ingeschakeld. De rode LED brand, de ontvanger is
ingeschakeld, de gele LED gaat branden: de ontvanger krijgt een signaal binnen van de thermostaat; de groene
LED gaat branden: het verwarmingssysteem is ingeschakeld. Wanneer de vloertemperatuur hoger wordt dan
30 C gaat de groene LED uit en wordt het systeem uitgeschakeld. Wanneer de temperatuur van de vloer weer
onder 30C is gezakt en de gewenste temperatuur is nog niet bereikt, dan zal de groene LED weer gaan
branden en wordt het verwarmingssysteem weer ingeschakeld.
De thermostaat reguleert zonder rekening te houden met de ingestelde limiet vloertemperatuur.
Bijvoorbeeld: de ingestelde gewenste temperatuur is 21 C, met als gelimiteerde vloertemperatuur 30 C. De
ruimtetemperatuur gemeten door de thermostaat bedraagt 19 C, de thermostaat geeft dus een signaal af aan
de ontvanger dat het verwarmingssysteem moeten worden ingeschakeld. De rode LED brand, de ontvanger is
ingeschakeld, de gele LED gaat branden: de ontvanger krijgt een signaal binnen van de thermostaat; de groene
LED gaat branden: het verwarmingssysteem is ingeschakeld. Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt
stopt de thermostaat met het uitzenden van een signaal, en dan zal de groene LED uit gaan en wordt het
verwarmingssysteem uitgeschakeld.
INSTELLEN VAN DE LIMIET VLOERTEMPERATUUR
{Zeus inbouw ontvanger} {10022}
☓
5