Pomp gereedmaken.
De POMP is zelfregelend, maar als alle
druppelslangen vol water zitten, maakt u ze los tot
de aanvoerlijn is ontlucht omdat een waterkolom
een juiste preparatie van de pomp kan hinderen.
In sommige situaties kan het handig zijn om de
pomp omlaag te brengen totdat deze gereed is voor
gebruik.
Statusindicaties bedieningseenheid
• LED voortdurend aan – pomp is in werking
• LED-indicatie oplaadniveau – knippert om de 5
seconden – komt overeen met de stand van de
regelknop.
1 = 20%
2 = 40%
3 = 60%
4 = 80%
5 = 100%
• LED knippert 10x per seconde en geeft een
waarschuwingssignaal – watersensor detecteert
laag waterpeil. (eenheid stopt met bewatering)
• LED knippert 10x per seconde, dan 1 seconde
uit. Grondvochtigheidssensor (niet inbegrepen
en niet beschikbaar bij alle modellen) detecteert
of de grond vochtig genoeg is. (eenheid stopt
met bewatering)
• LED knippert één keer iedere 10 seconden –
nachtmodus, pomp werkt niet en geeft geen
geluidssignaal
Onderhoud
Bewaar de bedieningseenheid 's winters op een
vorstvrije plaats.
Levensduur van de batterijen is doorgaans 1 tot 2
jaar, maar dit kan aanzienlijk verschillen afhankelijk
van de gebruikswijze. Als de batterijen meer dan
1 jaar oud zijn, kunt u voor de zekerheid nieuwe
batterijen installeren voordat u op vakantie gaat en
de oude opgebruiken wanneer u terug bent.
De irrigatieslangen leggen
In afb. 1 wordt een typische configuratie getoond.
De slangen kunnen op iedere manier op maat
worden gemaakt en gekoppeld om bij de planten
te komen. De hoogste druppelaar mag niet meer
dan 5 meter boven de waterbron zijn of 2 meter
boven de laagste
druppelaar. Er kunnen
vertakkingen naar
groepen druppelaars
worden gemaakt en
extra druppelaars
kunnen in grotere
potten/plantenbakken worden geplaatst. De slang
moet volledig tot de druppelaar worden aangedrukt/
vastgeschroeft om lekkages te voorkomen.
(P1070026, 7). Druppelaars moeten met een
grondpen worden verankerd.
Een SOL-C12 systeem
levert doorgaans
voldoende water voor 5
hangbakken van 35 cm
met volgroeide planten,
12 tomatenplanten, 20
potten van 10 liter of een bed van 12 m bij 30 cm
(ongeveer 4 m2), hoewel dit afhankelijk is van de
grond- en plantensoorten. Een SOL-C24 systeem
levert twee keer zoveel water.
Installatie van anti-
hevelvoorziening
Wanneer het
grondwaterniveau hoger is
dan de eerste druppelaar
of druppelslang, is een
luchtuitlaatvoorziening
nodig om sifonwerking te
voorkomen.
1. Verwijder de uitvoerslang uit de
bedieningseenheid.
2. Snijd de slang 5 – 10 cm van het uiteinde door.
3. Schroef de anti-hevelvoorziening op het uiteinde
van de slang dat naar de druppelaars leidt.
4. Schroef het andere korte stukje slang vast
en verbind dit opnieuw met de aftap van de
bedieningseenheid (aangeduid met O).
Wanneer de pomp in werking is geweest, blijven de
druppelaars nog korte tijd nadruppelen terwijl de
waterslang uitlekt, maar dit zal vervolgens stoppen.
Installatie van optionele druppelslangen (apart
verkrijgbaar)
Een druppelslang van maximaal 1 meter kan aan
elk van de 12 druppelaars die meegeleverd zijn bij
het startpakket worden
bevestigd. Plaats een
afsluiter in het andere
uiteinde van de slang
en veranker met
grondpennen. Met deze
inrichting kan water
over een groter gebied
worden verspreid
dan alleen door de
druppelaar. Dit is geschikt voor grote potten/
plantenbakken, korte rijen ontkiemende plantjes,
waarbij de slang ondergronds bij de wortels van
kostbare plantjes wordt gelegd om de groei te
bevorderen. Druppelaars kunnen op verschillende
hoogten worden geplaatst, maar de losse stukjes
druppelslang moeten op gelijke hoogte blijven.
Installatie van optionele zweetslangen (apart
verkrijgbaar)
Micro-poreuze slangen van dezelfde of
verschillende lengte,
tussen 6 en 24
meter, kunnen met
de SOL-C12 of C24
bedieningseenheden
worden gebruikt,
afhankelijk van
de benodigde
watervoorziening.
De micro-poreuze slang
is geschikt voor lange rijen en bedden. De slang kan
bovengronds onder een laag mulch worden gelegd
of ondergronds, en is daarom ook geschikt voor de
aanleg van hagen.
Waterpeilsensor
De waterpeilsensor is ontworpen om
een laag waterpeil in uw regenton
te detecteren. Wanneer laag water
wordt gedetecteerd, stopt de eenheid
met pompen en gaat de LED snel
knipperen (10x per seconde). In
daglicht zal de eenheid ook iedere 10
seconde een geluidssignaal geven.
Installatie
De sonde van de sensor moet aan de
wateraanvoerslang worden bevestigd,
een paar centimeter boven het filter.
Laat het filter daarna in
de regenton zakken tot
ongeveer 10 cm boven
de onderkant van de ton
en volledig onder water.
Als de waterpeilsensor
niet wordt vereist, moet
deze uit de printplaat
worden verwijderd.
Plaats de jumper (klein plastic vierkantje) die met
tape aan de binnenkant van het deksel is bevestigd,
hiervoor in de plaats. Gebruik hierbij een punttang.
Probleemoplossing door middel van een
injectiespuit bij slechte werking pomp of
verstopte sproeiers.
• Na opslag kan het
zijn dat de pomp niet
goed werkt of dat de
interne kleppen open
of dicht zijn blijven
staan. Om dit op te
lossen verwijdert u de
invoerbuis, sluit een met water gevulde injectiespuit
erop aan en spuit het water in de pomp
• Soms verliest de pomp zijn aanzuigwerking en is
het moeilijk om deze weer aan de gang te krijgen.
Als dit gebeurt, verwijder de afvoerbuis. Terwijl
de pomp loopt, sluit u de injectiespuit aan op de
opening en trekt u met deze spuit net zo lang lucht
aan totdat het water de pomp weer bereikt.
• Verstopte sproeiers kunnen soms door middel van
de injectiespuit worden schoongespoeld door water
door de gaatjes te spuiten. De beste werkwijze
is de sproeier eerst uit het irrigatiesysteem te
verwijderen zodat het vuil niet terug in de sproeibuis
wordt gespoeld.
• Sproeiers waardoor voornamelijk leidingwater
loopt, kunnen soms verstopt raken door
kalk. Gebruik de injectiespuit om azijn of
ontkalkingsmiddel in de sproeier te spuiten om de
kalk op te lossen.
• Sproeiers die verstopt zijn geraakt door organisch
materiaal (incl. algen en bacterieel slijm) kunnen
worden gereinigd met lichte oplossing van
waterstofperoxide.