Beschadiging door overdruk voorkomen
Als de toegepaste druk hoger is dan de barstdruk die op de
drukmodules is gespecificeerd, kunnen de drukmodules
onherstelbaar worden beschadigd.
WLet op
Overschrijding van de maximaal
toegestane druk kan leiden tot totale
onzekerheid. Als u vermoedt dat er te
hoge druk is toegepast op de module,
moet u de module controleren met de
prestatietest.
Beschadiging door corrosie
Om beschadiging door corrosie te voorkomen, mag u de
module uitsluitend met onderstaande media gebruiken:
•
geïsoleerd: elk medium dat compatibel is met roestvrij
staal van AISI-type 316
•
niet-geïsoleerd: alleen droge, niet-corroderende gassen
•
700P29Ex:uitsluitend gebruiken met een medium dat
compatibel is met Hastelloy C276 en roestvrij staal van
AISI-type 316
Aanbevolen meettechniek
Optimale resultaten worden verkregen als u de modules
onder druk brengt tot volledige schaal en de druk vervolgens
laat ontsnappen tot nuldruk (atmosfeer), voordat u het
nulpunt instelt of metingen verricht.
Nulpuntinstelling bij nanometer- en
differentiaalmodules
1.
Sluit de drukmodule aan op het intrinsiek veilige
ijkinstrument en selecteer de drukmeetfunctie.
2.
Plaats de module in dezelfde oriëntatie waarvoor deze
zal worden gebruikt.
3.
Laat de druk uit de hoge zowel als de lage meetpoort
ontsnappen naar de atmosfeer.
4.
Druk op de toets [ZERO].
Nulpuntinstelling bij absolute-drukmodules
1.
Sluit de drukmodule aan op het intrinsiek veilige
ijkinstrument en selecteer de drukmeetfunctie.
2.
Leg een vacuüm aan om een druk te verkrijgen die lager
is dan de toegestane resolutie van de drukmodule
waarvoor u de nulpuntinstelling verricht.
3.
Druk op de toets [ZERO] en voer 0.0 (0,0) in als de
toegepaste druk.
Zie onderstaande alternatieve procedure als een plaatselijke
precisiebarometer beschikbaar is. Steun niet op weer- of
luchthavenberichten.
1.
Sluit de drukmodule aan op het intrinsiek veilige
ijkinstrument en selecteer de drukmeetfunctie.
2.
Druk op de toets [ZERO].
3.
Voer de waarde van de precisiebarometer in.
Opmerking
Drukmodules met een laag bereik zijn mogelijk
gevoelig voor zwaartekracht. Om optimale
resultaten te verkrijgen, moet u drukmodules van 30
psi en lager op dezelfde fysieke oriëntatie houden
vanaf de nulpuntinstelling totdat de meting is
voltooid.
Drukkalibratiekit
De Fluke-700PCK drukkalibratiekit verschaft een precisie-
ijkinstrument waarmee de drukmodules bij
omgevingstemperatuur zo kunnen worden gekalibreerd dat
de modulespecificatie wordt overtroffen. Er is een pc met
Windows
-software vereist. De kit is een optioneel
®
accessoire dat bij uw verkooppunt of Fluke verkrijgbaar is.
Prestatietest
Als u moet controleren of de drukmodule voldoet aan zijn
specificatie voor totale onzekerheid, gebruikt u een direct
belaste tester of een geschikt ijkinstrument. Ga als volgt te
werk om te controleren of een drukmodule binnen de
specificatie werkt:
1.
Lees de drukwaarde af zonder extern toegepaste druk
om er zeker van te zijn dat de 0% van de schaal correct
is. Terwijl u de druk afleest, drukt op de knop [ZERO] om
een eventuele nulpuntsafwijking te elimineren.
2.
Sluit de drukmodule aan op een precisiedrukbron.
3.
Verricht de nulpuntinstelling zoals eerder beschreven
onder de toepasselijke 'Nulpuntinstelling'.
4.
Stel de precisiedrukbron in op 20 % van de maximaal
toegestane druk voor de drukmodule.
5.
Controleer of de aflezing overeenstemt met de waarde
van de precisiedrukbron binnen de specificatie voor
totale onzekerheid in tabel 2.
6.
Zet de precisie drukbron in op 40, 60, 80 en 100 %.
Draai de volgorde vervolgens om vanaf 100, 80, 60, 40
en 20 % van de maximaal toegestane druk. Herhaal
stap 5 op elk testpunt.
7.
Als de temperatuurgevoeligheid een aandachtspunt
is, herhaalt u stap 1 t/m 5 bij diverse
geregelde temperaturen.
Reinigen
WLet op
•
Het meten van stoffen die
residu in de sensor
achterlaten kan blijvende
beschadiging van de
drukmodule veroorzaken.
•
Neem de drukmodule
regelmatig af met een
vochtige doek en een niet-
agressief detergens. Gebruik
geen schuur- of
oplosmiddelen om de
drukmodule te reinigen.