3.3. Voorschriften aansluiten flexibele
slangen
ä
Let op!
Gebruik altijd passend gereedschap voor het aandraaien van de
koppeling, zoals een steeksleutel of verstelbare moersleutel.
Om beschadigingen te voorkomen NOOIT getand gereedschap
gebruiken.
Minimale buigradius na montage
Zonder knikken na montage
Zonder trekspanning na montage
Zonder torsie na montage
6
DN13 = Ø 110 mm
DN15 = Ø 120 mm
DN20 = Ø 160 mm
3.4. Aansluiten voorraadvat
ä
Let op!
Houdt rekening met de instructies zoals beschreven in de
handleiding van de WPU WARMTEPOMP, VLOERFRAME WPV,
MUURFRAME STAAND WPV en AANSLUITSET TAPWATER.
AANSLUITINGEN VOORRAADVAT
Aansluiting WPV koud water; naar warmtepomp
1
Aansluiting WPV warm water; van warmtepomp
2
Aansluiting WPV warm water UIT
7
8
Aansluiting WPV koud water IN
Voor het aansluiten van het voorraadvat moet u de volgende
stappen uitvoeren:
a) Monteer de inlaatcombinatie met de doorstroombegrenzer (wit,
8 l/min) in de koudwaterleiding van de huisinstallatie naar het
voorraadvat. De stromingsrichting van de inlaatcombinatie is
naar het voorraadvat toe.
ä
Let op!
De afstand tussen de inlaatcombinatie en het voorraadvat mag
maximaal twee meter zijn.
b) Sluit de koudwaterleiding van de huisinstallatie aan op de
8
koudwateraansluiting
van het voorraadvat.
c) Sluit de trechter van de inlaatcombinatie, via een slang of
koperen buis, aan op de open verbinding naar het riool.
d) Sluit de warmwaterleiding van de huisinstallatie aan op de
flexibele warmwaterslang DN13
e) Sluit de flexibele koudwaterslang DN15
aan op de koudwateraansluiting Ø22 mm
warmtepomp met behulp van een afsluiter.
f)
Sluit de flexibele warmwaterslang DN15
aan op de warmwateraansluiting Ø22 mm
warmtepomp met behulp van een afsluiter.
7
van het voorraadvat.
1
van het voorraadvat
1
van de
2
van het voorraadvat
2
van de