11. Inschakelgedrag
Na het bijschakelen van de busspanning of down-
loaden van de parameters door de ETS doorloopt
de melder eerst de opstartfase van 30 s, waarna hij
overschakelt naar de normale bedrijfstoestand. Een
LED geeft de huidige toestand weer.
4. Opstartfase (30 s)
•
De LED knippert elke seconde.
•
Schakelen: Uitgangen licht zenden lichtsterkteonafhankelijk
een AAN-telegram
•
Constante lichtregeling: regeling niet-actief, de verlichting
wordt tot het maximum gedimd (waardetelegram max.
regelwaarde).
•
Bij afwezigheid of onvoldoende lichtsterkte wordt na 30 s een
UIT-telegram gezonden (licht UIT).
5. Bedrijfstoestand Normaal
•
De melder is klaar voor gebruik (LED UIT).
6. Bij storing
•
De LED knippert snel
•
Voor het verhelpen van storingen zie hoofdstuk
«Verhelpen van storingen»
8. Parameters via afstandsbediening
Ter ondersteuning van de inbedrijfstelling en van
servicewerkzaamheden kunnen de volgende para-
meters met de afstandsbediening worden opge-
vraagd of gewijzigd:
19