2. Darm op het aansluitstuk steken en met de sluitring
waterdicht verbinden (dit stuk mag geen lek vertonen).
Drijfbal over de inoxhaken aan de drukaansluiting van de
pomp bevestigen.
3. De plaatsing in het vergaarbekken gebeurt zo dat bij een
leeg vergaarbekken minstens 20 cm veiligheidsafstand is
tussen de onderkant van de laadpomp en de bodem van
het vergaarbekken en er alzo geen bezinksel kan worden
aangezogen.
De veiligheidsafstand tussen de bovenkant van de
laadpomp en de onderkant van de vlotterschakelaar moet
minstens 10 cm zijn.
De kabel van de pomp moet aan de zuigleiding met een
kabelbinder worden vastgemaakt zonder spanning, zodat
de kabel niet verstrikt kan geraken in andere zaken
(voornamelijk de vlotterschakelaar).
4. De kabelaansluiting gebeurt met een verbindingsdoos die
in het mangat van het vergaarbekken minstens 20 cm
boven de hoogste waterstand gemonteerd wordt. In de
waterdichte doos wordt de pompkabel verlengt richting
huis (min. 2 x 0,5 mm², Ø 5-7 mm).
Tip:
Bij het verbinden van de draden dient men de polariteit te
respecteren! De bovenste niet benodigde kabelinvoer is
afgesloten met een blindstop.
>20 cm
5
>10 cm