6. Voorbereiding
6.1 Opstellen
• Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het fornuis, een radiator enz.
• De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Compenseer oneffenheden d.m.v. de stelpootjes.
• Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a
1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare
gas-lucht-mengeling in de plaat-singsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de
hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel - gevaar voor
oververhitting.
• Controleer voordat u het systeem verplaatst dat de stekker niet in het stopcontact zit.
6.2 Aansluiten
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde stopcontact aansluiten.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het
typeplaatje overeenstemmen. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn (Max 16 A), buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
De stekker moet toegankelijk zijn nadat het apparaat is ingebouwd.
6.3 Apparaat in- en uitschakelen
Inschakelen: Stekker in
Uitschakelen: Trek de
het stopcontact steken
stekker uit het
- het apparaat is
stopcontact.
ingeschakeld.
8
9