ELECTRIC AGRIDOOR - AUTO
7.
Verbind de motorbedrading en de externe schakelaar met de AD10, gevolgd door de
voedingskabel (zie instructies voor de AD10, paragraaf 5.2 en 5.3). Controleer de
richting van de motor met behulp van de knoppen op de klep van de AD10 en
corrigeer de richting indien nodig met de DIP-schakelaars 7 en 8.
8.
Selecteer de inbedrijfstellingsmodus (zie instructies voor de AD10, paragraaf 5.6) en
laat de deur volledig zakken met behulp van de schakelaars op de bedieningskast.
Wanneer het doek en de windijzers omlaag zijn, kunt u controleren of de bovenbuis
waterpas is. Wanneer de deur naar beneden komt, moeten de mechanische
begrenzingen worden aangepast. Dit doet u door de schroeven op de kop van de
motor vast te draaien met het handgereedschap dat met de motor is meegeleverd.
Figuur 8b, Bedrading van bedieningskast
-18-
Installatie
L1
Zwart
L2
Bruin
NL