6 Installatie
Fig.28
Fig.29
Fig.30
Fig.31
6.3
Koelaansluitingen
32
2. Zorg dat er een neerwaartse helling van 1/100-150° is. De leiding mag
nergens stijgen.
3. Isoleer de condensleiding en aftapkraan (rubberisolatie met een dikte
van meer dan 8 mm) om condensering te voorkomen.
4. Sluit ongebruikte aftapkranen op de unit af.
AD-3001899-01
6.2.4
Condensleiding van de cassette-unit installeren
Caution
De unit heeft een afvoerpomp die tot 700 mm opvoert. Echter,
nadat de pomp stopt, stroomt het al in de leiding aanwezig water
terug en kan de opvangschaal overstromen waardoor er een
lekkage ontstaat. Om dit te voorkomen, zorg dat er een
neerwaartse helling van 1/100-150° na het hoogste punt in de
leiding is.
1. Sluit de condensleiding aan op de aftapkraan.
AD-3001900-01
2. Zorg dat er een neerwaartse helling van 1/100-150° is.
3. Isoleer de condensleiding en aftapkraan (rubberisolatie met een dikte
van meer dan 8 mm) om condensering te voorkomen.
AD-3001899-01
4. Bij het aansluiten van meerdere units op een gezamenlijke
condensleiding moet deze leiding 100 mm of meer onder elke
aftapkraan worden geïnstalleerd, zoals in de tekening.
AD-3001901-01
6.3.1
De koelverbindingen voorbereiden
Danger
Alleen een bevoegd vakman kan de installatie uitvoeren volgens
de huidige wetgeving en normen.
De installatie moet uitgevoerd worden volgens de landelijk
geldende regels.
Caution
Dompel de koudemiddelleidingen niet onder in water.
Beperk de installatie van leidingen tot een minimum.
7777985 - v.02 - 29032021