Gebruikersmodi invoeren
In de volgende omstandigheden kan het signaal van de videocontroller soms vragen naar een modus die niet
vooraf is ingesteld wanneer:
u geen standaard grafische kaart gebruikt
●
u geen vooraf ingestelde modus gebruikt.
●
Wanneer dit zich voordoet, moet u de parameters van de monitor mogelijk opnieuw instellen via het menu
met scherminstellingen. U kunt wijzigingen aanbrengen in sommige of in alle schermstanden. De monitor
slaat automatisch de nieuwe instelling op en herkent de nieuwe modus net zoals een vooraf ingestelde
modus. Naast de fabrieksstanden zijn er nog 10 gebruikersstanden die kunnen worden ingesteld en
opgeslagen.
Energiebesparingsvoorziening
De monitoren ondersteunen tevens een energiespaarstand met verminderd stroomverbruik. De
energiespaarstand wordt geactiveerd wanneer de monitor constateert dat er geen horizontaal of verticaal
synchronisatiesignaal aanwezig is. Zodra de monitor de afwezigheid van een of meer synchronisatiesignalen
detecteert, wordt het scherm gewist en de achtergrondverlichting uitgeschakeld. Het aan/uit-lampje licht nu
oranje op. In de energiespaarstand verbruikt de monitor 0,5 Watt vermogen. Er is een korte
opwarmingsperiode alvorens de monitor terugkeert naar de normale werkingsmodus.
Raadpleeg de handleiding bij de computer voor informatie over het instellen van de
energiebesparingsvoorzieningen (ook wel functies voor energiebeheer genoemd).
OPMERKING:
computer die over een energiebesparingsfunctie beschikt.
Met behulp van de energiebesparingsfunctie van de monitor kunt u instellen dat de monitor na een bepaalde
tijd automatisch overschakelt op de energiespaarstand. Wanneer de energiebesparingsfunctie de
energiebesparende stand activeert, knippert het aan/uit-lampje in de kleur oranje.
32
Bijlage A Technische specificaties
De energiebesparingsvoorziening werkt alleen wanneer de monitor is aangesloten op een