3004751-2014-09-04
2.2 Dimensioneren en elektrische installatie
Schema
2.2.1 Eisen en aanbevelingen voor de installatie
Werkschakelaar en
automatische zeke-
ringen
Zekering
Max. capaciteit
Voedingskabel
Aardlekschakelaars
Lekstroom
Indien
EXT-start wordt ge-
bruikt
● Dimensionering en installatie van de voedingskabel moeten
in overeenstemming met geldende wetten en bepalingen
worden uitgevoerd.
● De aardklem (PE) moet altijd aangesloten worden.
Sluit de voedingsspanning aan op de werkschakelaar volgens het schema in het
hoofdstuk "Aansluitschema voor voedingsspanning en aansluitkast".
In de unit zitten een ingebouwde werkschakelaar en automatische zekeringen die
de unit intern tegen overbelasting en kortsluiting beschermen.
De zekering moet geschikt zijn voor:
● beveiliging tegen kortsluiting van de unit
● beveiliging tegen kortsluiting van de voedingskabel
● beveiliging tegen overbelasting van de voedingskabel
De zekering dient max. 63 A (gG/gL) te zijn.
Houd bij het dimensioneren van de voedingskabel rekening met de omstandighe-
den op de plaats van installatie, zoals de temperatuur en toegankelijkheid van de
kabel.
● De unit moet tegen indirecte aanraking beschermd worden.
Wanneer er aardlekschakelaars in de installatie opgenomen worden, moeten
deze aan de volgende eisen voldoen:
● PFI-schakelaar van het type A volgens EN 61008, die ver-
breekt wanneer er foutstromen met DC-inhoud (pulserende
gelijkstroom) gedetecteerd worden)
● De aardlekschakelaars moeten van het volgende symbool
voorzien zijn:
● De uitschakelingstijd dient maximaal 0,3 sec. te zijn.
Er kunnen lekstromen tot 100 mA voorkomen.
moet de lus tussen klem 24 en 25 worden verwijderd
10/16
Installeren van de VEX
dan